Hoensbroekse Historie

Het lot van een Amerikaanse soldaat

In Tweede Wereldoorlog, Personen door Lieke Willems

Het lot van een Amerikaanse soldaat

2 mei 2019

From Hoensbroek to Hell

Uit respect en als een soort eerbetoon aan alle geallieerden die voor onze vrijheid een hoge prijs hebben moeten betalen tijdens de waanzin van de Tweede Wereldoorlog, volgt nu een stukje geschiedenis dat zich niet ver van Hoensbroek heeft afgespeeld en dat nooit mag worden vergeten.

De vrijheid waarin we tegenwoordig leven is geen vanzelfsprekendheid. Daarvoor is gevochten, letterlijk. De soldaten waren vaak jonge jongens die nog een heel leven voor zich hadden of net een gezin hadden gesticht. Een van die jongens was Kermit A. Hanna, een Amerikaan die in november-december 1944 bij de familie Boshouwers in Hoensbroek bivakkeerde totdat hij met zijn bataljon naar de Ardennen vertrok.

 

Kermit A. Hanna

Kermit A. Hanna wordt geboren op 25 april 1913 in Trenton, New Jersey, als zoon van Solomon N. Hanna en Katy P. Mc Coy. Na de middelbare school gaat Kermit drie jaar naar ‘college’ en vindt dan werk als boekhouder. Op 12 maart 1942 gaat hij in militaire dienst. Op de militaire basis in Fort Dix bij Trenton, New Jersey, wordt hij als MOS 409 met als rang Tec 4 ingedeeld bij de medische afdeling van het 48th Armored Infantry Battalion, onderdeel van de 7th Armored Division.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt aan elk infanterieregiment een ‘Medical Detachment’ (medische afdeling) toegevoegd. Kermit is een ‘Medical Technician’ (Med Tec), een onderofficier die gewonden verzorgd. Zijn werk omvat een breed scala aan vaardigheden, waaronder het geven van noodhulp aan slachtoffers tijdens een gevecht en het treffen van voorbereidingen voor evacuatie van gewonde soldaten naar een veiligere plek. Dit laatste is een van de belangrijkste taken van een Med Tec, want het is verre van ideaal om gewonden op het gevechtsterrein te behandelen. Ook assisteert een Med Tec de legerarts, zowel in het ziekenhuis als op het slagveld.

Naast de legerartsen zijn de Med Tecs de meest gerespecteerde en gewaardeerde mannen binnen het leger. Hun wapens zijn verbandtrommels en hun plek in de linie is daar waar zij geroepen worden door een gewonde soldaat. Daarom noemen de soldaten op het slachtveld hun Med Tec vaak respectvol ‘medic’ of ‘doc’, ook al is hij een medisch medewerker en geen arts.

Hoensbroekse Historie

7th Armored Division: 7de pantserdivisie, een legerafdeling met tanks, kanonnen en mortieren.

MOS 409: Military Occupational Speciality - Medical Technician.
Tec 4: Technician Fourth Grade, sergeant.
48th Armored Infantry Battalion: Het 48ste pantserinfanteriebataljon. Infanteristen leveren het grondgevecht. Ze gaan hiervoor met gepantserde rupsvoertuigen naar de plek van actie.

 

Naar Europa

Het is af en toe best lastig geweest om te reconstrueren wat Kermit allemaal heeft meegemaakt, het betreft immers een gebeurtenis van meer dan zeventig jaar geleden.
In sommige boeken en op internet, met name op Wikipedia, worden nogal eens wat foute beweringen gedaan. Daarom zijn voor dit verhaal vooral authentieke ‘After Action Reports’ en logboeken als bron gebruikt, alsmede persoonlijke verhalen van veteranen. Hoewel hun herinneringen subjectief en soms ook vervaagd zijn, hebben ze wel allemaal dezelfde kern.
Al met al is het een indrukwekkende zoektocht geweest: soms ontroerend, soms aangrijpend en zelfs uitermate schokkend, maar vooral verhelderend.

 
Hoensbroekse Historie

De Amerikanen bouwden vrachtschepen volgens een eenvoudig Brits standaardontwerp. Deze stoomschepen konden snel en goedkoop in grote series worden gebouwd. Ze werden ‘Liberty Ships’ genoemd omdat ze vrijheid zouden brengen naar Europa. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vanaf 1941 ruim 2.700 van zulke schepen gebouwd voor het transport van militair materieel. De ‘John W. Brown’ en de ‘Jeremiah O’Brien’, respectievelijk gebouwd in 1942 en 1943, zijn de enige twee overgebleven Liberty-schepen en zijn door vrijwilligers opgeknapt. Ze zijn vaarklaar en te bezoeken als levend museum in Maryland en San Francisco. (Foto: Shubert Ciencia )

Augustus 1944
Het 48th Armored Infantry Battalion doet mee aan ‘Operation Overlord’, de codenaam voor de invasie door de westerse geallieerden (Amerikanen, Canadezen en Engelsen) in het door Duitsland bezette West-Europa. Operatie Overlord begint op 6 juni 1944 met de invasie van Normandië (D-Day) en eindigt op 25 augustus 1944 met de bevrijding van Parijs.

Maandag 7 augustus 1944 ‘s morgens om negen uur gaat het 48th Armored Infantry Battalion (48th AIB), onderdeel van de 7th Armored Division (7th AD), van Tidworth Barracks (Engeland) naar Southampton Marshalling Area om zich klaar te maken voor verscheping naar Frankrijk. De exacte bestemming is nog onbekend.
Kort na middernacht wordt het materieel geladen in twee stoomschepen, zogenaamde Liberty-schepen: SS Josiah Parker en SS Thomas Wolfe, respectievelijk gebouwd in 1942 en 1943. Deze zullen met nog twaalf andere schepen in konvooi varen. Na het avondeten gaat de bemanning aan boord. Compagnie “A”, waartoe Kermit behoort, vaart met de Thomas Wolfe.
Twee dagen later, op 9 augustus, vertrekt het konvooi in alle vroegte met als bestemming een van de D-Day-landingsstranden in Normandië dat de codenaam Utah Beach heeft, waar compagnie “A” de volgende ochtend aan land gaat. In de verte zijn nog de scheepswrakken te zien die als golfbreker hadden gediend voor de troepen die op D-Day (de eerste dag van de invasie in Frankrijk) waren geland. Het duurt twee dagen eer al het materieel is uitgeladen en alle mannen van boord zijn. Compagnie “B” en “C” arriveren pas op 12 augustus tegen de avond.
De volgende dag vertrekt het 48th AIB in zuidelijke richting naar de omgeving van Landéan en van daaruit in oostelijke richting naar Flonville. Aanvankelijk is de missie onduidelijk, maar al gauw horen de mannen dat de 7th AD van plan is om de Duitse troepen in de omgeving van Caen in de val te lokken zodat Parijs bevrijd kan worden. Het bataljon moet zich een weg banen door ontelbare kleine steden, felle vijandelijke gevechten en scherpschutters.
Parijs wordt op 25 augustus bevrijd, maar dan is het 48ste bataljon al op weg naar Verdun.

 
Hoensbroekse Historie

De landing op Utah Beach en de route door Frankrijk. (Foto: L. Willems)

September-oktober 1944
Op 18 september 1944 wordt Hoensbroek bevrijd. Het 48th AIB bevindt zich op dat moment in het noorden van Frankrijk in de omgeving van Metz, ten oosten van Verdun. Op 26 september verplaatst het hele bataljon zich langs de Luxemburgse grens naar het noorden, achtereenvolgens via Hasselt naar Vucht, Deurne, Oploo en Weert. In oktober en november zijn de troepen gelegerd ten oosten van Weert bij Moesdijk en verdedigen ze de oostelijke linie. Er vinden zware gevechten plaats.

November 1944
Op 7 november rond vijf uur in de namiddag komt het gehele bataljon aan op het bivakterrein ten zuiden van Maarheeze.
Vanaf 9 november verblijft het 48th AIB twee weken lang in de buurt van Cadier en Keer, dat enkele dagen voor Hoensbroek is bevrijd. Daar krijgen de soldaten de gelegenheid om te rusten en onderhoud te plegen aan voertuigen en wapens. Het regent veel. Gedurende de hele periode van hun verblijf krijgen de soldaten een uitgebreide training. Bij de wapentraining ligt de nadruk op bazooka’s en vlammenwerpers.

 

In Hoensbroek

Op woensdag 22 november komt het 48th AIB omstreeks half negen ‘s morgens vanuit Cadier en Keer aan in Hoensbroek, waar verschillende Amerikaanse militairen worden ingekwartierd bij burgers. In tegenstelling tot de Engelse militairen slapen de Amerikaanse soldaten buiten. Officieren en hun begeleiders (bijvoorbeeld chauffeurs) worden bij families intern ondergebracht en krijgen een kamer met bed. In de velden staan verschillende wagens en tenten waarin de soldaten ’s nachts verblijven.

Bij Jean (Sjeng) en Jeanette Boshouwers-Waterval, slagerij en woonhuis aan de Heerlerweg 73, staat in de oprit ook een grote Amerikaanse truck waarin geslapen en gegeten wordt. Wanneer een officier aan de deur komt vragen of Jeanette misschien een kamer voor hem vrij heeft, antwoordt ze: “Nee, dat kan niet. Ik heb drie dochters!” Als de officier haar dan een foto van zijn verloofde laat zien, is Jeanette gerustgesteld.
Als Marvin E. Utter, Captain Headquarters Combat Command “A” (CCA), ook vraagt om een onderkomen, weigert Jeanette dit opnieuw met als reden haar dochters, waarop Marvin zegt: “I am the chaplain.” (ik ben de aalmoezenier). Dan mag hij binnenkomen.

Hoensbroekse Historie

Marvin E. Utter (Particuliere verzameling)

Aalmoezenier: Een legerpredikant die zich bekommert om het mentale welzijn van de militairen. In het Amerikaanse leger werden aalmoezeniers op handen gedragen. Dit in tegenstelling tot de strijdkrachten van nazi-Duitsland die hen verachtten.

Hoensbroekse Historie

Het woon-winkelhuis van de familie Boshouwers-Waterval, Heerlerweg 73. (Particuliere verzameling)

Als aalmoezenier neemt Marvin de geestelijke en materiële zorg van de militairen op zich. Hij weet uit ervaring wat zij aan het front doormaken. Soldaten die tussen de gevechtshandelingen door terugkomen naar de familie Boshouwers, hebben zware gevechten achter de rug en zijn soms in een shocktoestand vanwege de vele doden en gewonden die zijn gevallen.
Chaplain Marvin zou voor hen graag een dansavond willen organiseren als afleiding. Hij vraagt aan Jean en Jeanette of het slachthuis gebruikt zou mogen worden als feestzaal en natuurlijk stemmen ze hiermee in. De vloer van het slachthuis is stevig genoeg en de spullen worden aan de kant gezet.
Er worden vaker dergelijke avonden georganiseerd en tijdens een van die dansavonden leert de 22-jarige dochter Mia Boshouwers Kermit A. Hanna kennen. Dit is het begin van een vriendschap en misschien wel meer ...

Mia sluit vriendschap met verschillende soldaten en ze laat hen ook in haar poesiealbum schrijven. Michael De Palma heeft duidelijk een oogje op haar. Hij vraagt haar zelfs herhaalde malen om met hem mee naar Amerika te gaan, maar Mia zegt noch ja noch nee. Wellicht voelt ze meer voor Kermit.

Hoensbroekse Historie

Mia Boshouwers in 1938, 16 jaar oud. (Particuliere verzameling)

Hoensbroekse Historie

Drie pagina's uit het poesiealbum van Mia. (Particuliere verzameling)
Marvin E. Utter, 22 november 1944.

Hoensbroekse Historie

Kermit A. Hanna, 24 november 1944. Helaas is er geen foto van hem bewaard gebleven.

Hoensbroekse Historie

Een van de soldaten maakte een tekening van Mia en Kermit.

Mia: "Steady Papa?"
Kermit: "Ok gal"

Vanaf vrijdag 24 november wordt elke dag getraind. Behalve krachttraining krijgen de soldaten oefening in verkennen en patrouilleren, marcheren in formatie, omgaan met wapens (ook handgranaten en bajonet) en arm- en handsignalen. In de namiddag wordt er dan weer onderhoud gepleegd aan voertuigen en wapens.
In de nacht van 29-30 november komen in de buurt van Hoensbroek Duitse parachutisten in geallieerde uniformen omlaag. Alle troepen in de omgeving krijgen het bevel de bewaking te verdubbelen. De volgende ochtend gaat een groep soldaten van het 48ste bataljon kijken waar de parachutisten zijn geland, maar er is niemand meer te zien. Wel worden de burgers die zich in het gebied bevinden gecontroleerd.

 

December 1944
Op woensdag 6 december rond twee uur ‘s middags verlaat het bataljon Hoensbroek en vertrekt naar Duitsland. De soldaten bivakkeren in Puffendorf, een dorpje dat zo’n zes kilometer ten noorden van Baesweiler ligt. De controleposten zijn een paar kilometer noordelijker, in Gereonsweiler en Linnich. Het is regenachtig weer. Het bataljon heeft als missie het innemen van een defensieve positie en het observeren van de vijand.
Op maandag 11 december vertrekken de militairen om acht uur ‘s morgens naar Waubach. Het regent al dagen.

 

The Battle of the Bulge

De Slag om de Ardennen of het Ardennenoffensief duurde van 16 december 1944 tot 25 januari 1945. Het was de laatste grote aanval van de Duitse Wehrmacht in het dicht beboste Ardennengebied. Deze bittere strijd wordt ook wel ‘The Battle of the Bulge’ genoemd, omdat de vorm van de frontlijn leek op een uitstulping (bulge). Het Ardennenoffensief zou een van de moeilijkste en bloedigste gevechten worden in de geschiedenis van het Amerikaanse leger ...

Zaterdag 16 december 1944
Op de eerste dag van Ardennenoffensief krijgt de 7th AD de opdracht te vertrekken naar de omgeving van St. Vith in België. De Duitsers willen deze plaats veroveren, want het is een belangrijk knooppunt van wegen en er loopt bovendien een spoorweg. Hun einddoel is Antwerpen. De Amerikanen moeten St. Vith verdedigen tegen de aanvallen van het Duitse 5de en 6de SS-Pantserleger.

Hoensbroekse Historie

Kermit reist met zijn bataljon via de westelijke route.

Zondag 17 december
In de vroege ochtend vertrekt de 7th Armored Division richting het zuiden. In verschillende kolonnes over twee routes, een oostelijke en een westelijke, gaan de militairen op weg naar St. Vith.
De groep uit Waubach reist over de westelijke route via Heerlen, Kunrade, Keer, Herve, Verviers, Polleur, Francorchamps, Stavelot, Troit-Ponts, Salmchâteau, Bovigny en Beho, Maldingen. De oostelijke route gaat via Aken, Eupen, Malmedy, Ligneuville.
Eigenlijk is de hele onderneming van begin af aan al een ramp. Duitse vliegtuigen vliegen veel vaker dan de afgelopen weken over Heerlen, er is te weinig tijd geweest om de route te markeren, men heeft geen plattegronden en er is weinig tot geen informatieverstrekking.  Bovendien is het winter en het is bitterkoud. De grijze en bewolkte lucht, waaruit af en toe een regen- of sneeuwbui valt, voorspelt alweer een ijskoude week zonder zon waardoor de luchtbewaking verre van optimaal kan zijn.

Door de vele regen van de afgelopen dagen zijn de straten veranderd in modderpoelen. Onderweg hoort de groep van Kermit dat de Duitsers zijn doorgebroken, maar er wordt niet verteld waar of in welke mate. Major Donald P. Boyer jr. van de 38th Armored Infantry Battalion vertelt later wat hij toen heeft meegemaakt.

Wanneer hij en zijn chauffeur rond het middaguur bij de wegsplitsing in Poteau komen, stuiten ze op een onophoudelijke stroom van Amerikaanse legervoertuigen die naar het westen rijdt in plaats van naar het front in het oosten. Er komt een vrachtwagen langs met enkel de bestuurder erin, vervolgens eentje met meerdere mannen zonder helm en half ontkleed, een auto met officieren, een kraanwagen, tanks, artillerietrekkers en andere soorten militaire voertuigen. Achteropkomende voertuigen proberen al toeterend de tanks in te halen. Dit is geen gedisciplineerde militaire kolonne meer, maar een totale chaos. Niemand helpt elkaar, het is ieder voor zich. En al gauw wordt het duidelijk: de troepen zijn op de vlucht!
De wegen in de omgeving zijn overvol en de vluchtende voertuigen weigeren aan de kant te gaan om plaats te maken voor de naderende hulptroepen. Een stukje verderop bij het dorpje Petit-Thier is een gigantische verkeersopstopping ontstaan. Er is geen doorkomen meer aan en de tocht naar St. Vith verloopt dan ook zeer moeizaam. Sommigen rijden door de modderige velden en proberen zo hun eindbestemming te bereiken.
De versterkingstroepen willen in St. Vith zijn voordat de Duitsers daar zijn, maar ze komen uiteindelijk pas halverwege de avond aan en dus te laat om nog een tegenaanval te openen. Het is al lang donker in deze tijd van het jaar en de Duitse tanks ten oosten van St. Vith zijn al te horen.
Het 48th AIB Combat Command “A” (CCA), de groep van Kermit, bereikt rond zeven uur ’s avonds zijn bestemming in de omgeving van Beho-Maldingen. Brigadier General Robert W. Hasbrouck heeft het commando over de 7th AD, waartoe het 48th AIB behoort. Het CCA zal Poteau verdedigen, een gehucht ten noordwesten van St. Vith.

Wat was er die middag eigenlijk gebeurd?
Het Amerikaanse konvooi dat behoorde tot de 285th Field Artillery Observation Battalion, en dat zich bij St. Vith bij de 7th AD had willen voegen, was door de Duitse SS-eenheid ‘Kampfgruppe Peiper’ overmeesterd bij de kruising in Baugnez. De Duitsers hadden de plaatsnaamborden verdraaid om verwarring te zaaien en de oostelijke route afgesloten, waardoor de Amerikanen een stuk terug waren gereden om de westelijke route nemen. Daar schakelden de vijandelijke tanks de voorste en de achterste vrachtwagens van de Amerikaanse kolonne uit zodat de rij tot stilstand kwam.
Meer dan 150 soldaten, enkel uitgerust met handwapens, moesten zich al snel overgeven. De Duitsers namen de krijgsgevangenen hun horloges, ringen en sigaretten af, waarna ze werden gesommeerd om in een nabij gelegen veld in een rij te gaan staan. En terwijl ze daar hulpeloos en met hun handen boven het hoofd stonden, zijn ze met mitrailleurs neergemaaid ...
Verschillende gevangenen hadden weten te ontsnappen en waren naar de nabij gelegen bossen gerend. Anderen renden naar een café, dat door de Duitsers in brand werd gestoken.
Sommige zwaargewonde soldaten probeerden zich dood te houden, wat niet makkelijk was omdat hun adem zichtbare damp veroorzaakte in de koude winterlucht. Maar de Duitsers namen het zekere voor het onzekere en liepen met een pistool in de hand nog een keer het bevroren veld over om geruime tijd alle lichamen te controleren. “Da kriegt noch einer Luft” (hier ademt nog eentje) werd er gezegd toen een soldaat nog een teken van leven gaf, waarna hem prompt een kogel in het hoofd werd geschoten ...
(zie: Danny Parker, Fatal Crossroads: The untold story of the Malmédy Massacre at the Battle of the Bulge, 2013).
Desondanks hadden een paar gevangenen de afslachting overleefd en het nieuws verspreidde zich snel onder de geallieerden. Zij kregen van hogerhand het bevel om te schieten zodra ze SS-officieren en -parachutisten zagen.
De mannen van Peiper hadden eerder die dag al in Honsfeld verschillende Amerikaanse krijgsgevangenen omgebracht. De dagen erna kwamen er ook vanuit onder meer Stavelot, Cheneux, La Gleize en Stoumont berichten van soortgelijke slachtpartijen, waarbij niet alleen geallieerde krijgsgevangenen maar ook Belgische burgers werden vermoord.
Deze massamoord staat beter bekend onder de naam ‘Bloedbad van Malmedy’. Pas in januari 1945, toen de Amerikanen dit deel van de Ardennen weer terug hadden veroverd, werden meer dan tachtig vermoorde soldaten gevonden. Bevroren lichamen lagen onder een dikke laag sneeuw waarin hier en daar nog een roze vlek te zien was.

Hoensbroekse Historie

Kampfgruppe Peiper in Honsfeld, 17 december 1944. (wikimedia commons)

Hoensbroekse Historie

Burgerslachtoffers in Stavelot. (wikimedia commons)

Hoensbroekse Historie

Amerikaanse soldaten in Stoumont worden door de Duitsers gevangen genomen, 19 december 1944. 

Hoensbroekse Historie Hoensbroekse Historie Hoensbroekse Historie

Malmedy, januari 1945 (wikimedia commons)

Maandag 18 december
Het gehucht Poteau, bestaande uit niet meer dan zeven of acht huizen en schuren, zal de komende dagen een grote rol spelen vanwege het aldaar gelegen strategisch kruispunt. Om twee uur ‘s nachts openen de Duitsers de aanval, het begin van een hevige strijd in het dicht beboste gebied ten zuidoosten van Poteau. De Duitsers maken gebruik van de ‘bouncing ball’-methode, waarbij ze met tanks en infanterie aanvallen en zich weer terugtrekken wanneer ze geconfronteerd worden met de zware Amerikaanse artillerie, om vervolgens opnieuw aan te vallen en weer terug te trekken. ‘s Nachts vuren de naderende tanks bij de eerste aanval lichtgranaten af, zodat te zien is waar de Amerikanen zich bevinden op de frontlinie.
Vroeg in de ochtend is de 14th Cavalry Group tussen Poteau en Recht in een hinderlaag geraakt van ‘Kampfgruppe Hanssen’, beter bekend als ‘The Ambush of Poteau’. Er worden Duitse propagandafilmopnamen gemaakt, waaruit veel bekende foto’s stammen, die het Amerikaanse leger naderhand weet te bemachtigen.

Hoewel de communicatie bij de Amerikaanse troepen verre van optimaal is – als een eenheid zich terugtrekt, wordt dat niet aan de andere eenheden in dat gebied doorgegeven – weten Amerikaanse tanks en infanterie uiteindelijk de belangrijke wegverbinding bij Poteau uit handen van de Duitsers te houden. Daarna krijgt een aantal bataljons, waaronder het 48ste, de opdracht om naar Rodt bij St. Vith te gaan. De route gaat via Braunlauf-Crombach-Neundorf- St. Vith naar Rodt. Het CCA begeeft zich later in de avond naar de gevechtslinie ten zuidoosten van Poteau.

Hoensbroekse Historie

18 december 1944: Een Amerikaanse voorraad van meer dan 400.000 5-gallon jerrycans benzine (bijna 7.600.000 liter) lag opgeslagen op zo’n acht kilometer afstand van de weg Stavelot-Francorchamps. Kampfergruppe Peiper passeerde dit depot nietsvermoedend op nog geen kilometer afstand. (wikimedia commons)

Hoensbroekse Historie

Panzergrenadier-SS Kampfgruppe Hanssen bij Poteau, zwaar bewapend in actie tijdens het gevecht met de Task Force Meyers, 18 december 1944. (wikimedia commons)

Hoensbroekse Historie

Mannen van Kampfgruppe Peiper, onderdeel van de 1ste SS-Panzer Division, op de kruising Kaiserbaracke tussen St. Vith en Malmedy, 18 december 1944. (wikimedia commons)

Hoensbroekse Historie

De eerste King Tiger tank van Kampfgruppe Peiper die strandde. De tank, die onder commando stond van SS-Obersturmführer Jürgen Wessel, werd op 18 december 1944 achtergelaten nadat hij vast was komen te zitten in het puin op de Rue St. Emilion in Stavelot. (wikimedia commons)

Hoensbroekse Historie

Deze man, een van de Panzergrenadiers van Kampfgruppe Hanssen, is tot op heden nog steeds niet geïdentificeerd. Deze foto is afkomstig van een Duitse propagandafilm die het Amerikaanse leger later in handen heeft gekregen. (wikimedia commons)

Hoensbroekse Historie

Een Duitse cameraman volgt soldaten in de buurt van het dorp Poteau, december 1944.

Dinsdag 19 december
De Duitse infanterie- en pantsertroepen zijn nog steeds actief. De antitankeenheid van de B-compagnie neemt positie in bij de uitkijkpost ten noordoosten van Rodt. De voertuigen zijn verzameld in de buurt van Rodt, van waaruit de stad St. Vith goed te zien is en de artilleriedivisies de wegen en de spoorweg in de gaten kunnen houden.

Woensdag 20 december
Geen wijziging in de positie van de troepen. Het is een heldere, zonnige en koude dag. ‘s Nachts verplaatsen de Duitsers hun tanks en andere voertuigen naar het noorden, het oosten en het westen van St. Vith.

Donderdag 21 december
Het sneeuwt. Het 48th AIB bevindt zich ongeveer anderhalve kilometer ten zuidoosten van Poteau bij het dorpje Schlommefurth om de rechterflank te verdedigen. Vijandelijke patrouilles zijn actief in de buurt en nemen soldaten gevangen, maar de voertuigen laten ze met rust. Een van de chauffeurs weet te ontkomen en licht de commandopost in die meteen alle eenheden waarschuwt. Daarop wordt een patrouille van tanks en infanterie naar het gebied gestuurd, maar die heeft niets kunnen uitrichten want bij aankomst was de vijand alweer weg.
De Duitsers blijven doorgaan met aanvallen, maar de Amerikanen weten stand te houden. Veel Duitsers zijn bij dit gevecht gesneuveld. De verliezen aan Amerikaanse zijde komen voornamelijk door bevroren voeten of ‘loopgravenvoeten’: opgezwollen, geïnfecteerde en afstervende voeten als gevolg van vochtige, koude en onhygiënische omstandigheden. De soldaten verblijven immers al dagen in de sneeuw en de koude modder. Het is de strengste winter sinds vijftig jaar.

Door de dikke mist, veroorzaakt door de beschietingen, is vaak het verschil tussen een Duitse Tigertank en Amerikaanse Shermantank nauwelijks te zien. De geallieerden moeten onder barre omstandigheden vechten vanwege de kou, honger en gebrek aan munitie en brandstof. Iedereen weet van het bloedbad bij Malmedy en kent de werkwijze van de vijand. Bovendien dragen de Duitsers dikwijls Amerikaanse uniformen. Desondanks is het gelukt om met een tankcompagnie en drie infanteriebataljons het Poteau-gebied al vier dagen lang uit handen van de vijand te houden.

Lees meer over Duitse troepen die zich moesten voordoen als Amerikaanse troepen.

Hoensbroekse Historie

Amerikaanse militairen verplaatsen zich in de Ardennen.

Hoensbroekse Historie

Shermantanks van de 7th Armored Division vlakbij St. Vith, 20 december 1944. (wikimedia commons)

Hoensbroekse Historie

Een Duitse Panzertank, een pantservoertuig met als hoofddoel het uitschakelen van vijandige tanks, is vermomd als een Amerikaanse M10 Wolverine tankjager. (wikimedia commons)

Vrijdag 22 december
In de nacht van 21 op 22 december horen de Amerikanen in de omgeving van Poteau- Schlommefurth het geluid van de vijandelijke tanks en andere voertuigen. De Duitsers zijn bezig hun materieel in positie te brengen voor een ‘all-out attack’: een aanval met alles en iedereen, waartegen de vijand zich niet kan verdedigen. Het is koud, het sneeuwt en er zijn verschillende Amerikaanse legerafdelingen in de regio ten westen van de stad Rodt, waaronder het 48th AIB (het bataljon van Kermit).

3.00 uur. De Amerikanen worden door de vijandelijke troepen aangevallen. De Duitsers schieten op elk voertuig dat ze in de omgeving van Rodt tegenkomen. Eerst artillerievuur en granaten, daarna de grondtroepen en tenslotte een tankaanval waardoor een heel peloton onder de voet wordt gelopen. Er vinden zeer zware gevechten plaats die de Amerikaanse eenheden al hun voertuigen en grote wapens kosten. Tegelijkertijd vallen de Duitsers de verdedigingslijn aan. Een oproep voor hulp aan de bataljonscommandant blijkt nutteloos ...
Grote formaties Duitse Panther- en Tigertanks naderen vanuit het noorden, zuiden en oosten en worden ondersteund door zware artillerie en infanterie. De Amerikanen worden steeds meer onder druk gezet door de Duitsers die hen proberen te omsingelen. Na verloop van tijd wordt het hele gebied langs de gehele frontlinie onder vuur genomen met langeafstandsgeschut. De aanvallen met tanks en raketten houden de hele dag aan.

9.00 uur. De beschietingen veroorzaken een rookgordijn waardoor het zicht slecht is, zo’n negentig meter. Vanuit de bossen in het noorden naderen duidelijk hoorbaar de vijandelijke tanks, waarvan er eentje over een landmijn rijdt en daardoor niet meer verder kan. Er volgt een zware strijd en de militairen kunnen ongeveer een uur lang geen kant meer op vanwege het machinegeweervuur. Uiteindelijk krijgen ze het bevel om zich dichter bij de stad te positioneren. De meesten lukt dat wel, maar de groep aan de linkerflank lukt het niet om weg te komen. Niemand is teruggekomen ...

In de loop van de dag hebben de Duitsers in de bosrijke omgeving van Poteau een hinderlaag gelegd. Maar nog voordat die verdekte opstelling wordt ontdekt, zijn de inzittenden van acht jeeps en een tank al door de vijand overmeesterd, ook militairen van het 48th AIB ...

De Duitsers rukken op door de dichte bossen en vallen nog steeds van drie kanten aan. Het is een zware strijd en er vallen veel doden en gewonden. Gedurende enkele uren worden verschillende chauffeurs van ‘half-tracks’ met machinegeweren gedood en meerdere voertuigen worden met ‘Panzerfäuste’ vernietigd. Wanneer de medics van CCA proberen de gewonden van het slachtveld te evacueren, worden sommige beschoten en gedood. Kermit zou een van hen kunnen zijn geweest ...

Kermit A. Hanna – Tec 4 (32249648) Company Med – bevond zich op 22 december 1944 anderhalve kilometer ten zuidoosten van de weg Poteau - Petit-Thiers (coördinaten militaire stafkaart: 79,8 89.4 - 74 93). In dat gebied heeft hij het laatst zijn werk gedaan als ‘medic’. Verder is niets bekend, maar hij moet tijdens een van de vijandelijke aanvallen op die dag zijn gesneuveld. Hij was pas 31 jaar oud...

 
Hoensbroekse Historie

De vlek op de kaart geeft het gebied aan waar Kermit A. Hanna is gesneuveld.

The Battle of the Bulge eindigt eind januari 1945 als de Amerikaanse troepen zich terugtrekken naar de oorspronkelijke linies van het begin van de strijd. Tijdens het Ardennenoffensief zijn 16.000 Amerikaanse mannen gesneuveld en zijn er 60.000 gewond geraakt of gevangen genomen. Aan Duitse zijde was dat twee maal zoveel.

De 7th Armored Division vocht van augustus 1944 tot V-E Day, kwam aan land op de stranden van Normandië en trok van daaruit verder, helemaal tot aan de Baltische Zee of Oostzee.

Half-track: Een pantserwagen met aan de voorkant wielen met luchtbanden en aan de achterkant rupsbanden. Panzerfaust: Een Duits antitankwapen dat door de infanterie werd gebruikt, bestaand uit een lange buis met een granaat erop. Dit wapen is een wegwerpwapen, want het kan na gebruik niet herladen worden. V-E Day: Victory in Europe Day, de dag waarop Duitsland officieel capituleerde: 8 mei 1945.

Hoensbroekse Historie

Captain Marvin E. Utter (1911-1998) verleent samen met een legerarts eerste hulp aan een gewonde soldaat in de buurt van St. Vith op 24 januari 1945. Een dag eerder was de 48th AIB betrokken bij gevechten ten zuiden en ten zuidoosten van St. Vith. Het infanterie-bataljon werd zwaar getroffen tijdens de aanval omdat de tanks niet vooruit kwamen vanwege de diepe sneeuw.

De emotionele gevolgen van de oorlog

Drie dagen na zijn overlijden, op eerste Kerstdag, wordt Kermit om 17.00 uur begraven op de militaire begraafplaats in het Belgische Henri-Chapelle circa dertig kilometer ten zuiden van Hoensbroek.

Op 15 november 1944 had Kermit de ‘Award of Bronze Star Medal’ gekregen, een onderscheiding voor zijn verdiensten tijdens militaire operaties tegen de vijand in Frankrijk in de periode van 28 augustus tot 19 september 1944.

Aalmoezenier Marvin E. Utter vertelde tijdens zijn verblijf bij de familie Boshouwers steeds wanneer een soldaat was omgekomen. Dochter Mia was dan telkens zo van slag, dat ze een aantal dagen niet van haar kamer kwam en haar moeder haar het eten naar boven bracht.
Op een avond wachtte de familie tevergeefs op Kermit. Hij kwam niet meer terug ...
Mia was wekenlang ziek van verdriet. Ze schreef Kermits moeder Katie Hanna een brief, waarin ze haar verdriet uitte en beloofde dat ze zijn graf in Henri-Chapelle ging zoeken en verzorgen. Het bleef niet bij deze ene brief, want ook na de oorlog hielden ze contact.

Hoensbroekse Historie

Mia Boshouwers en haar vader bij het graf van Kermit in Henri-Chapelle. (Particuliere verzameling)

Persoonlijke bezittingen van Kermit
Vanaf december 1944 stuurt het Army Effects Bureau vanuit het Kansas City Quartermaster Depot in Kansas City, Missouri, bijna een jaar lang in verschillende zendingen de gevonden persoonlijke bezittingen van Kermit naar zijn ouders in Trenton. Het gaat hierbij om spullen als een vulpen, een potlood, foto’s, een pakketje brieven, een bijbel, kleding, schoenen en twee hoeden, insignes, een lintje, staalborstels, een ring met twee diamantjes en een waterproof horloge van het merk Incabloc dat niet meer loopt. Er wordt zelfs een compleet drumstel met vijf paar drumsticks opgestuurd.

Kermits oudere zus Ethel woont in Manhasset, New York, 64 Beachwood Avenue. In februari 1945 verzoekt ze of men haar zou willen waarschuwen als er weer spullen van haar broer worden opgestuurd. Ethel kan dan zorgen dat ze in het ouderlijk huis in Trenton is wanneer de spullen daar aankomen. Haar ouders zijn namelijk nog behoorlijk van streek. Een maand later schrijft ze nogmaals een brief waarin ze vraagt of de spullen naar New York gestuurd kunnen worden, zodat Ethel ze zelf op een geschikt moment aan haar ouders kan geven. Ze zijn namelijk  nog zo overstuur, dat ze allebei in behandeling zijn bij dokter Charles Waters, West State Street in Trenton.
In september gaat Ethel bij haar ouders in Trenton wonen. Het gaat nog steeds slecht met hen. De behandelend arts heeft geadviseerd om noch de pakketten noch de inhoud ervan te laten zien aan haar vader.

Hoensbroekse Historie

Bronze Star Medal: een Amerikaanse oorlogsonderscheiding. Kreeg iemand deze onderscheiding voor dapperheid, dan werd een bronzen V (voor 'valour') op het lint bevestigd.

Kermit wordt herbegraven
Het graf van Kermit op de militaire begraafplaats in Henri-Chapelle is van tijdelijke aard en in september 1947 wordt na overleg met Kermits familie zijn lichaam opgegraven. Het is nog heel en compleet. Hij was begraven in een matrashoes en gekleed in een uniform van de grondtroepen: ‘tankers trousers’ (een tuinbroekachtige overall) en een shirt met daarop Tec 4-strepen en een medisch insigne.

Kermits stoffelijke resten worden in een kist geplaatst, die vervolgens wordt verzegeld, gemerkt en bovengronds wordt opgeslagen. Eind juni 1949 gaat hij in een truck op transport van Henri-Chapelle naar de haven van Antwerpen om verscheept te worden naar Amerika.
Op dinsdag 19 juli wordt de kist ‘s morgens om elf uur door een auto van de overheid afgeleverd in Trenton bij uitvaartcentrum Ivens and Taylor Inc. Een dag later wordt Kermit om tien uur ‘s morgens herbegraven op de begraafplaats Ewing Cemetery in Ewing, ten noordwesten van Trenton. De gebruikelijke 21 ereschoten worden tijdens de ceremonie niet gelost.
Kermits ouders zijn niet aanwezig op de begrafenis. Moeder Katie had uitdrukkelijk verzocht om haar man Solomon niet van deze gebeurtenis op de hoogte te stellen. De vlag wordt overhandigd aan Kermits jongere broer Paul D. Hanna.

In februari en maart 1950 wordt er gecorrespondeerd over welke tekst er op de grafsteen moet komen. Moeder Katie wil eigenlijk geen afkortingen. Ook zou ze graag de tekst ‘Killed in action, Belgium’ willen, maar de ruimte op de steen is beperkt. Uiteindelijk komt er op de grafsteen te staan:
KERMIT A HANNA
NEW JERSEY
48 ARMORED INF BN
7 ARMORED DIVISION
APRIL 25 1913 DEC 22 1944

Hoensbroekse Historie Hoensbroekse Historie

Insigne van het Medical Corps en van een Tec 4.

Hoensbroekse Historie Hoensbroekse Historie

Ewing Cemetery in Ewing, New Jersey. Rechts op de voorgrond de grafsteen van Kermit A. Hanna. (Particuliere verzameling)

Hoensbroekse Historie

wc54 – dodge - dodgewc54ambulance – ambulance – wwii – medic - 7tharmored - kermit - belgium
Deze hashtags waren geplaatst bij een foto die geruime tijd geleden stond op de website www.imgrum.org. Deze website bestaat niet meer. De foto is ook niet meer te vinden op internet, zodat er geen contact kan worden opgenomen met degene die deze afbeelding ooit heeft geplaatst.
In de verzamelingen van de familie Boshouwers bevindt zich jammer genoeg geen foto van Kermit en ook kon niemand opheldering geven over de identiteit van de man op deze afbeelding. Maar in de officiële rapporten van de medische afdeling van de 48th Armored Infantry Battalion (7th Amored Division) wordt maar één persoon vermeld met de voornaam Kermit, namelijk Kermit A. Hanna.

Geschreven door

Lieke Willems

Ik ben gehecht aan mijn geboortegrond en altijd op zoek naar hoe het leven vroeger was. Voor mijn onderzoek maak ik dankbaar gebruik van originele archiefbronnen, geschiedkundige literatuur, de discipline genealogie en de hulpwetenschap paleografie.

Deel dit artikel

Gesprekken met W. Beckers-Boshouwers, met dank aan F. Beckers.

Voor dit artikel zijn onder meer geraadpleegd:
The US Army Armor School, The Battle at St. Vith, Belgium 17-23 December 1944. An historical example of armor in the defense
Diverse After Action Reports en Operations Journals  van de 7th Armored Division, 1944-1945.
Correspondentie tussen Ethel Hanna en het Army Effects Bureau in Kansas City, 1944-1950.
Census of the state of New Jersey, Trenton 1915.
Fifteenth census of the United States, population schedule Trenton 1930.
http://www.7tharmddiv.org
https://apps.dtic.mil/dtic/tr/fulltext/u2/a952910.pdf
https://publicaccess.dtic.mil
https://www.med-dept.com
http://www.battleofthebulgememories.be
http://www.convoyweb.org.uk
http://www.trentonhistory.org
https://familysearch.org
https://www.findagrave.com