Hoensbroekse Historie

De Franse volkstelling – Inleiding

In Genealogie, Algemeen door Lieke Willems

De Franse volkstelling – Inleiding

7 november 2019

In de 18de eeuw bestaat de Franse bevolking uit drie groepen, standen genoemd. Boven alle standen staat de koning die absolute macht heeft.
De eerste stand is de geestelijkheid. De tweede stand is de adel en wordt erfelijk bepaald, net als de derde stand die wordt gevormd door boeren en burgers. Alleen de derde stand, het 'gewone' volk, moet belasting betalen. De geestelijkheid en adel zijn hiervan vrijgesteld.

 
Hoensbroekse Historie

Lodewijk XVI, in 1789 geschilderd door Antoine-François Callet (1741-1823).

Hoensbroekse Historie

Marie-Antoinette, in 1783 geschilderd door Elisabeth Vigée-Lebrun (1755-1842).

Revolutie

Aan het einde van de 18de eeuw heerst er in Frankrijk een economische crisis. Koning Lodewijk XVI, de adel en de Kerk leven in overvloedige rijkdom, terwijl het gewone volk honger moet lijden. Groeiende tegenstellingen en algemene onvrede bij de bevolking zijn het gevolg.
Op 14 juli 1789 komt er een reactie op dit maatschappelijk onrecht. Een woedende menigte bestormt de Bastille-gevangenis in Parijs, het symbool voor de onderdrukkende overheersing omdat de koning tegenstanders van zijn bestuur hier laat opsluiten en martelen. De bestorming van de Bastille is het startschot van de Franse Revolutie.

 
Hoensbroekse Historie

'La prise de la Bastille', een aquarel uit 1789 van Jean-Pierre Houël (1735-1813).

 

Liberté, égalité, fraternité

Na de bestorming van de Bastille breekt er een tijd aan van grote veranderingen. Eind augustus 1789 verschijnt de allereerste ‘Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger’, waarmee onder meer de eeuwenoude standenmaatschappij wordt opgeheven, evenals alle voorrechten van de geestelijkheid en de adel. In dit manifest worden ook zaken als godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en eerlijkere belastingen vastgelegd. Deze verklaring wordt opgenomen in de inleiding van de in 1791 ingevoerde Franse wet. ’Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ wordt het nieuwe motto van Frankrijk.
Dit is nog maar het begin van de revolutie, want de revolutionairen gaan door met hun strijd tegen de Kerk en de adel. Zij voeren een waar schrikbewind waarvan de secularisatie (ontchristelijking) de bloedige climax is.
De Franse bevolking is hoofdzakelijk rooms-katholiek en de Kerk is oppermachtig. Zij is de grootste landeigenaar en verdient enorm aan grondbelastingen. De revolutionairen verklaren het kerkelijk eigendom tot openbaar bezit en verkopen het. Ook heffen ze alle kloosterorden op en vernielen op gewelddadige wijze kerken en kloosters. Priesters en bisschoppen moeten trouw zweren aan de republiek, anders worden ze vervolgd en vermoord.

Zoals vaak het geval is bij revoluties ontstaat er ook nu chaos in het land. In augustus 1792 wordt koning Lodewijk XVI door de revolutionairen afgezet en de burgers nemen de macht over. Op 22 september wordt de Eerste Franse republiek uitgeroepen. Lodewijk en zijn echtgenote Marie Antoinette van Oostenrijk, de jongste dochter van keizer Frans Stephan en keizerin Maria Theresia van Oostenrijk, willen vluchten naar het buitenland. Maar kort voor de grens worden ze ontdekt, teruggebracht naar Parijs en daar veroordeeld wegens landverraad. Ze krijgen de doodstraf en worden in 1793 onthoofd door middel van de guillotine.

De revolutie verspreidt zich snel over grote delen van Europa en de Fransen veroveren grote gebieden. In 1795 wordt ook een deel van het zuiden van Nederland door de Fransen ingelijfd waaronder een gedeelte van het huidige Zuid-Limburg, dat sinds 1713 tot Oostenrijk behoorde en dus meer dan 80 jaar is bestuurd door de Oostenrijkse tak van de Habsburgers.

Hoensbroekse Historie

Keizer Franz Stephan, geschilderd door Martin van Meytens (1695-1770), datum onbekend.

Hoensbroekse Historie

Keizerin Maria Theresia, geschilderd door Martin van Meytens (1695-1770), datum onbekend.

Bevolkingsregistratie

Met de komst van de Fransen vinden er grote en blijvende veranderingen plaats, ook bestuurlijke. De door hen veroverde gebieden worden ingedeeld in departementen (provincies), arrondissementen, kantons en gemeenten. Limburg wordt grotendeels bij het nieuwe departement Nedermaas gevoegd. Om de bevolking in kaart te brengen worden er vanaf 1795 volkstellingen gedaan, waarbij de bevolking van een bepaald gebied wordt geteld en er aanvullende gegevens worden verzameld zoals leeftijd, beroep en gezinsverband. Deze volkstellingen zijn het begin van de Burgerlijke Stand: een bevolkingsboekhouding, een gestandaardiseerde registratie van geboorten, huwelijken en overlijdens die bedoeld is om inzicht te krijgen in de samenstelling van de bevolking.
De Burgerlijke Stand bestaat in Limburg al sinds 1796. In deze tijd worden ook de achternamen definitief vastgelegd. Pas in 1811 wordt deze registratie in de rest van Nederland verplicht gesteld door Napoleon en moeten de burgers een geboorte, huwelijk of overlijden melden bij het gemeentehuis.

De Franse volkstelling van Hoensbroek

In Hoensbroek heeft de Franse volkstelling plaatsgevonden in het jaar 1796. Hierbij wandelde een functionaris door de straten en noteerde bij elk woonhuis de gegevens van de hoofdbewoner en medebewoners in een lijst.
Zo’n register werd gemaakt met behulp van gegevens die de bewoners zelf verstrekten. Daarom kloppen de gegevens die destijds zijn genoteerd niet altijd met de feiten. Desondanks bevat de lijst vaak interessante aanknopingspunten voor een stamboomonderzoek.

Ga hier naar de:
Franse volkstelling Hoensbroek 1796

Lees ook: 
De Ferrariskaart - Hoensbroek rond 1777
De Franse jaartelling - De Franse republikeinse kalender

Hoensbroekse Historie
Geschreven door

Lieke Willems

Ik ben gehecht aan mijn geboortegrond en altijd op zoek naar hoe het leven vroeger was. Voor mijn onderzoek maak ik dankbaar gebruik van originele archiefbronnen, geschiedkundige literatuur, de discipline genealogie en de hulpwetenschap paleografie.

Deel dit artikel