Hoensbroekse Historie

Paluda – Historische fragmenten

In Muziek, Algemeen, Opmerkelijke gebeurtenissen, Personen, Verenigingen door Lieke Willems

Paluda – Historische fragmenten

9 december 2019

Bijzondere momenten

Op zondag 8 december 2019 vond het allerlaatste optreden van het Hoensbroekse zangkoor Paluda plaats in de grote St.-Janskerk in Hoensbroek. Daarmee viel het doek voor de zangvereniging, opgericht in 1914 onder de naam R.K. Zang- en Toneelvereniging Ons Genoegen en niet lang daarna veranderd in R.K. Zang- en Toneelvereniging Paluda. Het zangkoor, aanvankelijk een mannenkoor, werd in 1957 omgevormd tot een gemengd koor.
Paluda heeft hoogtijdagen gekend met bijna negentig leden. Maar door de vergrijzing en het gebrek aan verjonging liep het ledental de afgelopen jaren steeds meer terug. Bovendien kampte het koor al enige tijd met een ernstig tekort aan mannenstemmen. Uiteindelijk telde Paluda nog maar 27 koorleden.
Kortom, er was voor het koor geen toekomst meer weggelegd waardoor noodgedwongen een einde kwam aan dit stukje Hoensbroekse historie.

Laten we eens terugkijken naar een aantal bijzondere historische momenten uit de 105-jarige geschiedenis van dit zangkoor toen het nog uitsluitend uit mannen bestond.

 
Hoensbroekse Historie

Deze foto is gemaakt in april 1927 ter gelegenheid van het 12½-jarig bestaan van Zang- en Toneelvereniging Paluda.

D’r Kapitein van Köpenick

Op donderdag 20 januari 1949 voerde Paluda het toneelstuk D’r Kapitein van Köpenick op in Cinema Royal aan de Nieuwstraat. Het Limburgsch Dagblad berichtte daar op 14 januari het volgende over:
De afdeling toneel van de R.K. zang- en toneelvereniging “Paluda” heeft het aangedurfd om iets geheel nieuws voor Hoensbroek te brengen. Reeds enkele maanden wordt met toewijding gewerkt aan de repetities van de bekende Opera Comique van G. Olterdissen: “D’r Kapitein van Köpenick”. Dit successtuk, hetwelk voor soli, koor en orkest is geschreven en waaraan ruim vijftig personen medewerken, wordt geheel in het Limburgs dialect uitgevoerd. [...] De opbrengst is geheel bestemd voor de nieuwe kerk [in Maria-Gewanden] van Pastoor Otten.

 
Hoensbroekse Historie

Zang- en toneelvereniging Paluda,  januari 1949.

 

Paluda herstelt contact met de adellijke familie Van Hoensbroeck

Sinds 1857 had Hoensbroek geen contact meer met de oud-adellijke familie Van Hoensbroeck. Zangvereniging Paluda nam het initiatief om daar verandering in te brengen door op 11 juni 1952 af te reizen naar kasteel Türnich, gelegen in de buurt van Kerpen (D). Daar bracht het koor een aubade aan rijksgraaf Eugen von und zu Hoensbroech ter gelegenheid van zijn 50ste verjaardag. Paluda zong een aantal liederen, waarna de graaf zijn dank hiervoor uitsprak en onder meer het volgende zei:
”Die Bände der inneren Verbundenheit, die schon seit Jahrhunderte bestehen, können durch keine Grenze getrennt werden. Wir nehmen diese Hürden auf den Flügeln des Gesanges und reissen die Grenzen nieder! Dieser Tag der Begegnung muss helfen weitere Bände europäischer und abendländischer Kultur zu knüpfen.”

De graaf wilde hiermee duidelijk maken dat hij de banden van innerlijke verbondenheid, die al sinds honderden jaren bestonden, wilde aanhalen door middel van de zang. Nog in datzelfde jaar, in september, bracht de Männergesangsverein Türnich-Balkhausen een tegenbezoek aan Paluda. De officiële ontvangst vond plaats in het gemeentehuis van Hoensbroek. Vanaf toen was er weer regelmatig contact met de Van Hoensbroecks en brachten ook andere verenigingen een bezoek aan de grafelijke familie.

 
Hoensbroekse Historie

1952 - Kasteel Türnich (D). Rijksgraaf Eugen bedankt het koor Paluda voor de aubade. (Collectie Rijckheyt)

Hoensbroekse Historie

De ontvangst van de 'Männergesangsverein Türnich-Balkhausen' in het gemeentehuis van Hoensbroek, september 1952. (Collectie Rijckheyt)

Hoensbroekse Historie

Sef Willems, secretaris van Paluda, feliciteert rijksgraaf Eugen M.J.H.A.A.B. von und zu Hoensbroech met zijn 50ste verjaardag.
Uiterst rechts: Mathieu Verboeket sr., directeur van Paluda.
Links: echtgenote gravin Agnes M.U.E. von und zu Hoensbroech (geboren Freiin von Biegeleben) en de twee zonen Gotthard en Benedikt.

Robijnen jubileum Paluda

In 1954 bestond R.K. Zang- en Toneelvereniging Paluda Hoensbroek 40 jaar en vierde haar robijnen jubileum. Er werd twee dagen feest gevierd. Het op zaterdag 17 juli geplande galaconcert op het binnenplein van Kasteel Hoensbroek, waaraan Fanfare St. Caecilia uit Schinnen en het muziekkorps van Staatsmijn Emma zouden meewerken, had men vanwege de slechte weersomstandigheden moeten afgelasten.

Zondag 18 juli vond na de H. Mis een officiële ontvangst plaats door het gemeentebestuur, gevolgd door een receptie in Hotel Amicitia aan de markt. Ook graaf Eugen von und zu Hoensbroeck, erelid van Paluda, en zijn gemalin Agnes bezochten de receptie. Zij werden spontaan door het koor toegezongen. Het vocale concert op het binnenplein van het kasteel, waarbij behalve Paluda ook het Brunssums Mannenkoor en De Maastrichter Staar zouden zingen, kon ook die dag weer niet doorgaan vanwege het slechte weer. In plaats daarvan werd er “volgens echt Limburgse aard” een feestavond geïmproviseerd met het Brunssums Mannenkoor.

Sef Willems, koorlid en tevens secretaris van Paluda, schreef speciaal voor dit robijnen jubileum een kroniek voor het Gedenkboek tevens feestgids. Dit boekje is uitgegeven bij het 40-jarig bestaansfeest van de zang- en toneelvereniging.

Hoensbroekse Historie

Kroniek

Letterlijk overgenomen uit het Gedenkboek tevens feestgids.

Geplant, gegroeid in gruwbre oorlogstijd,
Aan de Zang, de Schone, in liefde toegewijd.

Ja, in gruwbre oorlogstijd, op 15 October 1914, toen ons vaderland tot heul van velen als een oase lag in de woestenij van de eerste wereldoorlog, was ’t dat het waarlijk te kleine groepje amateurs, waarachtige amateurs, wier namen wij elders in dit gedenkboek met erkentelijkheid memoreren, het initiatief nam tot stichting van onze vereniging.

Aanvankelijk bedoeld als onderafdeling van de R.K. Werkliedenbond, afdeling Hoensbroek, waarvan onze huidige voorzitter ook voorzitter was, en met het doel vergaderingen en meetings aan een, zij het eenvoudige, muzikale omlijsting te helpen, groeide het ensemble heel spoedig tot een fikse vereniging en kwam men tot het besluit maar terstond op eigen benen te gaan staan.

Het geval luisterde toen naar de naam ”R.K. Zang- en Toneelvereniging Ons Genoegen”.

Welhaast verbluffend groeide het ledental. Zij werden hoofdzakelijk gewonnen uit het vrij snel toenemend aantal vreemdelingen die zich, evenals in alle andere gemeenten in de Mijnstreek, in Hoensbroek vestigden.

Nochtans sloten zich ook meerdere oud-Hoensbroekenaren bij de vereniging aan, doch het merendeel stond er afzijdig tegenover. Immers, zit ’t ”vreigele” in Hoensbroek niet in de ”sjtiele”? Men moest eenvoudig van al dat ”nujts” niets hebben. ”Gebrook” moest ”Gebrook” blijven! Hoelang nog??

Het was naar aanleiding van deze opinie en om haar de bestaansgrond te ontnemen, dat wijlen de Heer P.L. Voncken, leider van de afdeling toneel, voorstelde de vereniging een nieuwe naam te geven en deze te ontlenen aan de oudste benaming ooit door Hoensbroek zelf gedragen. Deze nu voert ons terug naar de tijd van de omzwervingen van de Romeinse legioenen, die het ten westen van de Heerbaan van Coriovallum (Heerlen) naar Noviomagum (Nijmegen) gelegen, moerassige, door de vegetatie overwoekerde dal aanduidden met de naam ”Palus” [Latijn voor drassig, moerassig gebied] en welk dal in latere eeuwen als vlek of dorp en vervolgens als gemeente de naam zou dragen van de Grafelijke familie von und zu Hoensbroech.

Zo werd dan, afgeleid van de aanduiding ”Palus”, gekozen de naam ”Paluda”. Met deze naamsverandering bereikte men het beoogde doel evenwel niet. Oud-Hoensbroek bewaarde ook daarna een eerbiedige afstand en noemde Paluda-leden zelfs met enige spot ”de Mettekesluj”, als gevolg van de omstandigheid dat meerdere leden in de woninggroep ”Metten” woonden.

De Mettekesluj echter kon dit niet verdrieten en zij bleven evenmin bij de pakken neerzitten. Met de regelmaat van een klok trokken zij op repetitieavonden voorbij het ”Loëhoes” [leerlooierij, gelegen op de hoek Juliana-Bernhardlaan – Ridder Hoenstraat] en vroeger door ”d’r Polder” [de huidige markt] naar de oude kerk, vervolgens naar het houten verenigingsgebouw genaamd ”d’r houte verd…ling” [de houten verdommeling], nog later echter naar het nieuwe verenigingsgebouw aan de Markt, thans Hotel ”Amicitia”.

De Heer M. Verboeket Sr. fungeerde als voorzitter en directeur en gaf jarenlang de repetities alsook nogal diepgaand muziekonderwijs aan de leden, waarvan men in latere jaren het nut nog zou ondervinden.

Toen ’t na enkele jaren dan ook al aardig begon te gaan, werden plannen gesmeed voor deelname aan een concours. Spoedig toog men dan naar Heerlen. Optredend in de 3e afdeling vermocht het toch wel aardige ”Lonkjes” geen genade vinden in de oren van de jury en haar mene tekel [een dreigende waarschuwing] luidde: 0,0.

In 1923 werd de Heer H. Ermers aangezocht de directie over te nemen. Het jaar daarop werd deelgenomen aan het concours van Rumpens Mannenkoor, eveneens in de 3e afdeling …
Met ”Beati mortui” kon men echter amper een 3e prijs uit het vuur slepen. Niet lang daarna trad de Heer Ermers af en moest de Heer Verboeket weer aan de slag …

Wedstrijden werden voorlopig niet meer bezocht en men bepaalde zich meer tot deelname aan concerten en festivals, tot in 1932 wijlen de Heer Hub Royen, Directeur van Treebeeks Mannenkoor en de Treebeekse Orkestvereniging, bereid bleek te zijn de dirigeerstok over te nemen.

Amateur in de ware zin van het woord, directeur met superieure kwaliteiten, door eenieder geacht om zijn karaktereigenschappen, kostte het hem niet veel moeite een fusie met Treebeeks Mannenkoor te bewerkstelligen.
Een vrijheid in gebondenheid, zoals steeds weer werd verkondigd. Nochtans, de vrijheid kwam wel eens in het gedrang, zodat uiteindelijk dit samengaan geen voldoening meer kon schenken en hoewel het ensemble grote successen oogstte op wedstrijden in Scheveningen (1934), Ede [1936, vgl. foto] en Eijsden (1935) [Eijsden is een zetfout in het boekje, moet zijn: Rijssen], Valkenburg (1937) en Thorn (1938), viel in een algemene vergadering van Paluda in 1939 het besluit tot afscheiding van Treebeeks Mannenkoor en tot benoeming van ons lid Thieu Verboeket Jr. tot directeur. Er ontstond weliswaar enige deining, ook in Paluda zelf, maar er vielen toch geen grote stukken en mede doordat zich twintig nieuwe leden meldden kon met moed worden voortgegaan op de nieuw ingeslagen weg.

 
Hoensbroekse Historie
Hoensbroekse Historie
Hoensbroekse Historie Hoensbroekse Historie

1940. Oorlog! Cultuurkamer!

Paluda trachtte zich weliswaar te handhaven, doch zag zich ten slotte genoodzaakt de lier aan de wilgen te hangen, vurig hopend op een nieuwe tijd …

En deze kwam!!

1944.

Ons oude vaandel was verloren gegaan, maar de geest geenszins. Dit bleek in de terstond belegde buitengewone algemene vergadering, waarin met innigheid ons schone volkslied opklonk en onze penningmeester met ruime vrijwillige bijdragen van alle leden weer stevig in het zadel werd gezet.

Met stralend gezicht, doch met een diepe zucht van verlichting tevens, kon een overgelukkige ”Pap” Verboeket dan ook zeggen: ”Vrienden, nu moeten wij weer op de oude voet doorgaan. Komt allen trouw naar de repetities en wij zullen aan onze goede oude vereniging nog veel plezier beleven.”

En zo kon het dan gebeuren, dat wij in 1950 met z’n zestigen optrokken naar het oude, riante Nijkerk om deel te nemen aan een concours, uitgeschreven door de Chr. Gem. Zangvereniging ”Con Amore” aldaar. Gedurfd optredend in de 1e afdeling, zingend met volle overgave, met veel bravour, maar met volle beheersing tevens, verwierven wij een zeer eervolle eerste prijs met lof, het hoogste aantal punten (399) van het concours en een eerste ereprijs. Gezongen werd ”Parce Domine” van Hendrik Altink en ”Zonnezotternij” van J.P.J. Wierts. De Heer Altink, voorzitter der jury, kwam zo onder de indruk van zijn werk, dat hij ons verzocht het nog een keer te willen zingen, wat wij hem natuurlijk niet konden weigeren. Te betreuren bleef het, dat het Bestuur zich genoodzaakt had gezien zeven leden van deelname uit te sluiten wegens gebrekkig repetitiebezoek, hoewel enkelen hunner een verschonende reden daartoe zullen hebben kunnen aanvoeren.

 
Hoensbroekse Historie

Nadien werd het concoursen gestaakt; immers kwamen meerdere nieuwe gelegenheden om naar buiten op te treden zich aandienen. Contacten met zusterverenigingen in het buitenland, deelname zomerconcerten ter ontspanning van de arbeiders bij de Staatsmijnen, rayon Emma, de dodenherdenking en verschillende andere gelegenheden, die de volle aandacht van Bestuur en Directeur opeisten. Memoreren wij slechts het 40-jarig jubileum van het Muziekkorps van de Staatsmijn Emma in Mei j.l., bij welke gelegenheid ons de eer te beurt viel twee concerten te helpen verzorgen.

Stille waters echter hebben diepe gronden en het zou mij niet verwonderen indien onze Directeur eerlang de bestorming van de vesting ”Uitmuntendheid” zou bevelen.

Moeten wij nu nog teruggrijpen op onze afdeling toneel?

De vraag stellen is haar beantwoorden, zou men ook hier kunnen zeggen, want ook op dit terrein heeft Paluda haar verdiensten, waarvan trouwens elders in dit gedenkboek gewag van wordt gemaakt. Te ver, ja veel te ver zou het ons echter voeren indien alles wat op dit gebied werd geboden, moest worden gereleveerd. Volstaan wij daarom met te gedenken dat Paluda steeds weer wist te zorgen voor gepaste ontspanning, gezellige avonden en dit niet uitsluitend voor haar zelf doch ook met propagandistische doeleinden voor andere organisaties.

De afdeling toneel werd daarbij aanvankelijk geleid door wijlen de Heer P.L. Voncken, hoofd der school en later door de Heer Max Strijbos, thans erelid van Paluda, wiens vele en bijzondere verdiensten voor onze vereniging niet zijn te miskennen …

Onder de drang der omstandigheden, waarbij vooral op de voorgrond treedt de verheffing van de vereniging als zangkoor, is het Bestuur thans geneigd het toneelspelen minstens naar het tweede plan te verschuiven, wat echter niet zal behoeven te betekenen dat er nooit meer aan plankenkunst zal worden gedaan.

In 1952 heeft Paluda zich aangesloten bij het Koninklijk Nederlands Zangers Verbond, oudste en mogelijk ook wel beste organisatie op dit gebied ter wereld. Paluda kan zich gelukkig prijzen tot dit besluit te zijn gekomen en is thans niet weinig fier op haar lidmaatschap, waaraan veel genoegens en voordelen zijn verbonden.

En zo staan wij dan nu voor de viering van ons lang verwachte robijnen jubileum.

Met 75 trouwe leden bezoeken zij niet de repetities als één man? met een Voorzitter die met zijn 75 jaar nog geen haartje en geen grijntje van zijn liefde voor de Zang, de Schone, heeft ingeboet, met een jonge doch reeds ervaren, van gevoel en energie overvolle Directeur en niet te vergeten een Bestuur dat ten volle voor zijn vaak zware taak berekend is, kan de toekomst met groot vertrouwen worden tegemoet gezien en de weg naar het goud worden ingeslagen.

Zijn wij dan erkentelijk en dankbaar naast Hem, die al het Schone en Goede heeft geschonken, jegens de velen die ons zijn voorgegaan en door wier werken en streven dit alles mogelijk is geweest en geworden. Dankbaar ook voor het medeleven en de sympathie die wij steeds weer en bij voortduring mochten ondervinden in alle lagen der Hoensbroekse bevolking.

Moge het dan zo blijven!

Moge Paluda in onderlinge vriendschappelijke samenwerking tussen Leden, Bestuur en Directeur, met de hogelijk te waarderen medewerking van de kerkelijke en wereldlijke autoriteiten en de waarachtige genegenheid van heel Hoensbroek groeien en bloeien tot grote voldoening van haar leden, tot ontspanning en verheffing tevens van velen en moge zij zijn en blijven een waarachtig waardevol cultureel bezit voor de gemeente Hoensbroek.
Juli 1954.

J. WILLEMS,
Secretaris

 
Hoensbroekse Historie Hoensbroekse Historie

Op zondag 18 juli 1954 werden de jubilarissen in het zonnetje gezet door burgemeester Martin. Hij sprak in het bijzonder zijn respect uit voor voorzitter Mathieu Verboeket die de vereniging al veertig jaar leidde.
Ook bood de burgemeester namens het gemeentebestuur een envelop met een bedrag van 250 gulden aan en kreeg hij op zijn beurt het beschermheerschap aangeboden, wat hij onder groot applaus accepteerde.

Hoensbroekse Historie

Ook Sef Willems (bovenste foto rechts), koorlid en secretaris van Paluda, was een van de jubilarissen.

Hoensbroekse Historie

En natuurlijk moesten alle leden en het bestuur van Paluda op de foto. In het midden zit pastoor G. Lenders, geestelijk adviseur van Paluda. 

Geschreven door

Lieke Willems

Ik ben gehecht aan mijn geboortegrond en altijd op zoek naar hoe het leven vroeger was. Voor mijn onderzoek maak ik dankbaar gebruik van originele archiefbronnen, geschiedkundige literatuur, de discipline genealogie en de hulpwetenschap paleografie.

Deel dit artikel

Particuliere familiearchieven.
Maandblad Hallo Limburg, editie Hoensbroek, 20-11-2019.
Limburgs Dagblad, 6-12-2019.
Lieke Boumans-Willems, ‘Sef Willems’, in: Hoensbroekse Historie, deel 18 (juni 2017).