America, here I come!
Een reis naar de bevrijders
Dit verhaal gaat verder waar Het lot van een Amerikaanse soldaat ophoudt. Toen eind 1944 Amerikaanse militairen waren ingekwartierd bij de familie Boshouwers aan de Heerlerweg 79 in Hoensbroek, heeft dochter Mia met verschillende soldaten vriendschap gesloten. Zij had vooral een speciale band met Kermit A. Hanna. Hij sneuvelde tijdens een van de vijandelijke aanvallen in de Ardennen. Mia heeft altijd contact gehouden met zijn familie.
Zie: Het lot van een Amerikaanse soldaat – From Hoensbroek to Hell
Stoomschip 'SS Maasdam' in Rotterdam, 25 juli 1958. (Particuliere verzameling)
Na een jarenlange correspondentie bezoeken Kermits moeder en Kermits zus Ethel met haar man Kingsley S. Dorlon in 1957 de familie Boshouwers. Kermits vader Solomon is twee jaar eerder overleden.
De Dorlons, alsook families van andere soldaten, hebben Mia al vaker uitgenodigd om eens naar de Verenigde Staten te komen. Mia’s ouders stonden daar steeds afwijzend tegenover, maar deze keer weet mevrouw Hanna hen ervan te overtuigen dat er goed voor Mia gezorgd zal worden.
Een jaar later is het dan zover. Op vrijdag 25 juli 1958 vertrekt Mia in de namiddag vanuit Rotterdam met de Holland-America Line naar New York. Het is in Amerika gebruikelijk om de tweede voornaam als initiaal te vermelden en Miss Maria J. Boshouwers vaart met de ‘S.S. Maasdam’ als Tourist Class Passenger. Op de boot komt ze in contact met twee bekende Amerikaanse pianisten en al gauw wordt er samen muziek gemaakt. De zee is rustig, weinig deining, en de bootreis duurt zes dagen.
Uit het plakboek van Mia Boshouwers. (Particuliere verzameling)
Mia op de boot, tweede van rechts. (Particuliere verzameling)
Hoe men zich vroeger amuseerde. (Particuliere verzameling)
Rondreis door Amerika
Wanneer Mia op donderdag 31 juli aankomt in New York, wacht haar daar een warm welkom. In augustus verblijft ze bij de Dorlons die in Trenton, New Jersey, in het ouderlijk huis van Ethel wonen. Moeder Katie Hanna is vijf maanden eerder overleden.
Het wordt een droomvakantie. Mia reist rond en overnacht in luxe hotels of bij vrienden. Ze gaat naar Philadelphia, Halifax Harbour, pretpark Steel Pier in Atlantic City, New York, en ze vergaapt zich aan de Rotunda van Ford Motor Company in Dearborn, Michigan.
Uit het plakboek van Mia Boshouwers. (Particuliere verzameling)
Mia bezoekt chaplain Marvin E. Utter met zijn gezin aan de Monterey Avenue 84 in Terre Haute, Indiana. Marvin is predikant van de First Baptist Church aldaar. Samen met de familie Utter brengt Mia een bezoek aan Canada.
Op 24 augustus koopt Mia een vliegticket en twee dagen later neemt ze in Kansas City, Illinois, het vliegtuig naar Boise, Idaho: Naar Wild-westland, zoals ze het zelf zegt. Ze gaat op familiebezoek bij neven en nichten, nazaten van haar tante Josephine à Campo-Boshouwers. Meer dan een week lang laten zij haar de omgeving zien. Mia woont onder andere een veeverkoop bij waarvoor de koeien bij elkaar worden gedreven door cowboys en ze rijdt ook zelf paard.
Marvin E. Utter met zijn vrouw, dochter en kleinkind. (Particuliere verzameling)
Mia gaat op weg naar 'Wild-westland', Idaho. (Particuliere verzameling)
Uit het plakboek van Mia Boshouwers. (Particuliere verzameling)
Voor de terugreis neemt Mia op 4 september de ‘Domeliner’ van de Union Pacific Railroad Company en reist via Omaha en Nebraska naar Chicago over de Northern Pacific Railway, een spoorlijn die het hele continent doorkruist.
Uit het plakboek van Mia Boshouwers. (Particuliere verzameling)
In Chicago bezoekt Mia colonel John Huling sr., een vriend van generaal Gerson Kirkland Heiss van het Pentagon. John Huling’s zoon John is ook bij de familie Boshouwers geweest en was bevriend met Heiss’ zoon Kirk (Gerson Kirkland jr.). Zij hebben samen de opleiding gehad op Westpoint (de oudste Amerikaanse militaire academie, gevestigd in West Point, New York). Toen Kirk Heiss na de oorlog weer thuis kwam in Chicago, hoorde hij dat zijn vriend John was omgekomen tijdens een gevecht in Siegen (D).
Mia kende de Hulings niet persoonlijk, maar het was niet moeilijk hen te vinden. Toen ze op het station van Chicago arriveerde, stonden ze haar al op te wachten met een grote plaat met daarop Welcome Mia.
John is begraven op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten en Mia heeft na lang zoeken ook zijn graf weten te vinden en verzorgd.
Ene Johnnie heeft meerdere malen iets geschreven in Mia's poesie, zoals op 29 november 1944:
To Mia,
You have made a home for us boys away from home and we do thank you from the bottom of our hearts, may we be able to see you again when this war is over for we have grown to love you.
Your Friend
Johnnie
Margraten (Foto: L. Willems)
Eddie. Zijn achternaam is niet bekend.
(Particuliere verzameling)
Op 28 juli 1945 schrijft Eddie in de poesie van Mia:
Dear Mia
I’m sorry I haven’t written in your book sooner. But perhaps you will be sorry if I do. Because you will have to look at this the rest of your life. But I’ll never forget the happy hours I spent in your home. And some day, I hope you will visit America. And remember Mia, you will always be welcome at my home in Wisconsin.
A friend always
Eddie
Vervolgens neemt Mia een een aantal dagen vakantie. Ze verblijft aan een van de meren van Wisconsin en logeert waarschijnlijk bij Eddie die destijds ook bij Boshouwers was ingekwartierd. Op 11 september reist Mia weer verder en gaat ze met de trein van de Pennsylvania Railroad Company vanuit Terre Haute weer terug naar Trenton. Daar wordt ze uitgenodigd voor een auditie door de president van het Trenton Symphony Orchestra.
Een pagina uit het programmaboekje. (Particuliere verzameling)
Van 16 tot 19 september logeert Mia in het hotel The Stratler Hilton in Washington D.C., waar ze met Ethel Hanna Dorlon naartoe is gegaan vanwege de dertiende National Conference on Citizenship, een in 1946 opgerichte non-profit organisatie die zich inzet voor het versterken van het burgerleven in Amerika. De gouverneurs van alle Amerikaanse staten zijn ook op deze conferentie aanwezig. Mia is eregast en zingt tijdens die driedaagse bijeenkomst een operaconcert. Bovendien bezoekt ze verschillende bezienswaardigheden in Washington D.C. zoals het Capitool (Capitol Hill), Het Witte Huis en Lincoln Memorial.
Deze foto is gemaakt in Washington D.C., Capitol Hill, waarschijnlijk in het kantoorgebouw van de senaat (Russell Building). Door de foto te vergroten, kon aan het embleem op de hoofddeksels van de mannen worden herkend dat het hier gaat om het ‘United States Marine Corps’. (Particuliere verzameling)
Mia en Ethel Dorlon (met bril) tijdens de 'Thirteenth National Conference on Citizenship'. (Particuliere verzameling)
Twee maanden worden een half jaar
Aanvankelijk was Mia van plan om twee maanden in de Verenigde Staten te blijven, zo lang als nodig om de Dorlons te bezoeken en de families van andere (overleden) soldaten die ze tijdens de oorlog had leren kennen. Ze raakt echter verliefd op het land en krijgt bovendien aan de lopende band uitnodigingen om ergens te komen zingen: Teveel om in twee maanden af te werken, aldus Mia. Ze besluit daarom haar visum te verlengen en blijft uiteindelijk zes maanden in Amerika.
Ze gaat nog langs bij andere jongens die ze nog uit de oorlogstijd kent, zoals Michael De Palma in Rochester, New York, die een oogje op haar had en haar in 1944 vaker heeft gevraagd om met hem mee naar Amerika te gaan. Hij zegt tegen Mia: En nú kom je wel! Hij blijkt kort geleden te zijn getrouwd.
Michael heeft de rest van zijn leven schriftelijk contact gehouden met Mia en is naderhand ook een keer bij haar op bezoek geweest.
In New York maakt Mia kennis met Dag Hammarskjöld, een Zweedse diplomaat en secretarisgeneraal van de Verenigde Naties. In september 1961 overlijdt hij als gevolg van een vliegtuigongeluk tijdens zijn vredesmissie in Congo. In datzelfde jaar krijgt hij postuum de Nobelprijs voor de Vrede. Opmerkelijk is dat uitgerekend in Hoensbroek een straat naar hem is genoemd.
Mia is erg onder de indruk van de Niagara Watervallen. Ze schrijft op 4 oktober onder andere aan haar ouders: Ben nu bij dag en avond bij de Falls en in Canada. Het geschreven berichtje wordt afgesloten met: It's wonderful to be together again. Thank you for letting her come. Lee
Uit Mia's poesiealbum valt af te leiden dat het hier gaat om Lee Roy (achternaam onbekend)
Overigens ontmoet Mia ook nog Hoensbroekenaren die hun geluk in Amerika hebben gezocht, onder wie Rein Hartgerink, Wil Smeets en Pieter van Reijmersdael. Pieter woont met zijn vrouw evenals de Dorlons in Trenton.
Zang en liefdadigheid
Mia geniet van haar verblijf en wordt vaak uitgenodigd om een optreden te geven. Ze zingt op veel plaatsen waaronder kerken, de Metropolitan Opera en de Carnegie Hall in New York, en ze werkt mee aan een operaconcert in Chicago. In Trenton maakt ze veel vrienden bij het koor van de Church of the Blessed Sacrament aan Bellevue Avenue, waar ze als soliste tientallen keren mee optreedt.
Op 12 november zingt Mia solo tijdens een bijeenkomst van de Zonta Club van Trenton, waar ze via Ethel mee in contact is gekomen en waarvoor ze al eerder een lunch-optreden heeft gegeven.
De Zonta Club is een wereldwijde organisatie die opkomt voor de rechten van de vrouw en wil haar wettelijke, politieke, economische en beroepspositie verbeteren. Zonta heeft alleen vrouwelijke leden, is neutraal, niet partij- of religiegebonden en vergelijkbaar met de Rotary- of Lionsclub. Mia raakt dermate onder de indruk van deze beweging dat zij zich voorneemt om na haar terugkomst in Hoensbroek ook een Zonta Club op te richten. Of ze dit werkelijk heeft gedaan, is niet bekend. Wel heeft een tijdlang ‘Zonta Zuid-Limburg’ bestaan.
Een artikel in de 'Trenton Evening Times' van 23 oktober 1958. Mia staat uiterst rechts op de foto.
Post voor Mia van de Zonta Club van Trenton, New Jersey.
Ethel Dorlon is verbonden aan verschillende liefdadigheidsinstellingen, ook aan de Trenton YWCA (Young Women’s Christian Association). Deze organisatie is in 1855 in Engeland begonnen als een vrouwenbeweging. Drie jaar later wordt zo’n vereniging opgericht in New York. De YWCA – deze naam wordt in Boston voor het eerst gebruikt in 1859 – komt op tegen racisme en onderdrukking van vrouwen en zet zich in voor vrede, rechtvaardigheid, vrijheid en waardigheid voor iedereen.
Mia geeft ook verschillende lezingen. Die gaan over Nederland: de strijd tegen het water, de historische steden, de cultuur en de leefwijze. Steevast sluit ze elk voordracht af met een verhaaltje over de Mijnstreek, waarbij ze trots vertelt dat in Zuid-Limburg de modernste steenkoolmijnen van de wereld liggen.
Merry Xmas and a Happy New Year!
Kerst en Nieuwjaar viert Mia bij de Dorlons in Trenton, ver weg van haar familie. Ze heeft ondertussen wel een beetje heimwee gekregen, maar neemt zich voor om niet naar huis te bellen. Ze is namelijk bang dat ze een brok in haar keel krijgt en geen woord meer zal kunnen uitbrengen.
Mia gaat naar de nachtmis in de Church of the Blessed Sacrament in Trenton aan Bellevue Avenue en zingt weer mee in het kerkkoor dat de mis opluistert. Op deze kerstavond zingt ze haar allereerste kerst-mis. Dat vindt ze prachtig, want in Nederland worden de kerkdiensten niet opgeluisterd met zulke mooie muziek, maar enkel met Gregoriaanse liederen.
Mia geniet van de Kerst die in Amerika heel anders wordt gevierd dan in haar vaderland. In Nederland kent men immers de kerstman (Santa Claus) nog helemaal niet, worden de huizen alleen maar van binnen versierd en stuurt men in die tijd nog geen kerstkaarten maar alleen nieuwjaarswensen.
Back home again
Op zaterdag 24 januari 1959 gaat Mia weer terug naar huis. Rond het middaguur vertrekt haar boot vanuit New York om de Atlantische Oceaan over te steken. De terugreis van meer dan 5500 kilometer duurt drie dagen langer dan de heenreis. Op 2 februari ‘s morgens om zes uur komt het schip aan in Rotterdam.
Terug in Hoensbroek gaat Mia zich voorbereiden op het Grote Internationale Oratoriumconcours dat in september in Den Bosch zal worden gehouden.
Het verblijf van de soldaten in 1944, dat slechts twee weken heeft geduurd, heeft Mia destijds door henzelf laten vastleggen in een poesiealbum. Haar vakantie in de Verenigde Staten heeft ze zorgvuldig gedocumenteerd in een plakboek dat letterlijk bol staat van kaarten, foto’s, trein- en vliegtickets, Amerikaanse krantenberichten, boekjes en folders. Het zijn twee waardevolle tijdsdocumenten waarvan dankbaar gebruik is gemaakt tijdens het schrijven van dit verhaal.
Deel dit artikel
Poesie (1944-1945) en plakboek (1958-1959) van Mia Boshouwers.
Gesprekken met W. Beckers-Boshouwers, met dank aan F. Beckers.
Trenton Evening Times, 22 augustus 1958, 24 december 1958.
De Telegraaf, 2 januari 1959.
De Nieuwe Limburger, 28 februari 1959.