Oude flessen en Herschi
Van bierbottelarij tot frisdrankgigant
Oude flessen uit verschillende landen. (Particuliere verzameling)
Iedereen heeft ze wel eens gezien: beugelflessen met een opgehoogde of ingeslepen bedrijfsnaam en decoratief gegraveerde spuitflessen voor sodawater. Wellicht minder bekend is het vreemdsoortige kogelflesje, in 1872 uitgevonden door Hiram Codd en in Engelstalige landen daarom ook wel ‘Codd-neck bottles’ genoemd. Het was een herbruikbaar flesje, afgesloten door een glazen knikker en een rubberen ring. De fles werd geopend door de knikker naar beneden te duwen en de eigenaardig gevormde hals voorkwam het terugrollen van de knikker als de fles aan de mond werd gezet.
Een Brits kogelflesje (begin 1900). De versmalling in het glas zorgt ervoor dat de glazen knikker niet naar beneden rolt. De bovenste 'deuk' houdt de knikker op zijn plaats tijdens het drinken. (Particuliere verzameling)
Nog ouder en eigenaardiger is de voorloper van de kogelfles: de zogenoemde torpedofles. Dit amfora-achtige flesje was afgesloten met een kurk en voornamelijk bedoeld voor sodawater. Het kon niet rechtop staan en moest liggend worden opgeslagen, zodat het water in contact bleef met de kurk en deze niet zou uitdrogen en krimpen. Op die manier bleef de ‘prik’ in het mineraalwater.
De oorspronkelijke, aardewerken versie van dit flesje was ontwikkeld volgens het concept van Jacob Schweppe en werd geproduceerd vanaf 1795. Later koos de firma Schweppes voor glazen flessen. Die waren weliswaar duurder, maar het voordeel was dat ze niet zo snel kapot gingen en daardoor beter over lange afstanden konden worden vervoerd. In 1809 liet William Hamilton het model patenteren, waardoor dit flessentype vaak ten onrechte ‘Hamiltonfles’ wordt genoemd. De torpedofles werd algemeen gebruikt van pakweg 1840 tot 1872 en maakte toen plaats voor de kogelfles.
Een Egg Bottle of Torpedo Bottle van de Londense firma Schweppes (circa 1850-1870) met in reliëfletters de tekst: J. Schweppe & Co - Genuine Superior Aerated Waters - 51 Berners Street - Oxford Street. (Particuliere verzameling)
In 1859 ontwierp Henry William Putnam uit New York de allereerste beugelsluiting: de ‘Lightning stopper’. Met deze sluiting werd het een stuk makkelijker om een fles te openen én weer te sluiten. Bovendien ging het zo snel als de bliksem (lightning). Dit ontwerp, met een dop van kurk met een rubbertje erom, werd nog een aantal malen verbeterd. Uiteindelijk verving Karl Hutter in 1893 de kurken dop door een porseleinen dop die de ‘Hutter closure’ wordt genoemd: de beugelsluiting zoals we die tegenwoordig nog steeds kennen.
Een bekend bottelarijtje in de voormalige Oostelijke Mijnstreek was het familiebedrijfje Schiffers in Heerlerheide, waar in het begin van de 20ste eeuw bier in beugelflessen en limonade in kogelflesjes werd getapt. Deze onderneming groeide uit tot de Hoensbroekse frisdrankgigant Herschi.
Van bierbottelarij tot frisdrankenfabriek Herschi
Het begon allemaal met Leo Schiffers (1885-1944), geboren in Ubach over Worms als jongste zoon van het echtpaar Schiffers-Willems. In 1899 startte hij met zijn oudste broer Piet, die hem het vak had geleerd, een bottelarij en limonadefabriekje in Nieuwenhagen. In 1911 wilden de broers elk voor zichzelf beginnen.
Leo besloot te verhuizen naar Heerlerheide/Heksenberg, zodat hij en zijn broer zo weinig mogelijk concurrentie van elkaar zouden ondervinden. Hij nam een boerderij aan de Heerenweg over met het daarbij behorende café en begon er een bierbottelarij, genaamd ‘Het Anker’. Het eerste bier bottelde Leo in de kelder die amper 20 m2 groot was.
In die tijd leverden bierbrouwerijen het bier nog niet in flessen maar in vaten. Daarom had elk dorp en gehucht dan ook minstens één bierbottelarij, waar het slechts enkele dagen houdbare bier in beugelflessen werd overgetapt.
Waterleidingen bestonden nog niet en dus kwam er elke dag een ’waterdrager’ met een grote handkar vol met vaten die elk 200 liter water bevatten. Dit water was bedoeld om gebruikte flessen te reinigen voor hergebruik. De bierbottelaar vulde er grote teilen mee, waarin de flessen een tijdlang konden weken. Vervolgens werden ze gevuld met hagel en flink geschud, nog eens met schoon water nagespoeld en in kratten gezet. Tot slot hevelde de bierbottelaar via een slang het bier uit het vat om de schone flessen een voor een te vullen.
Leo profiteerde van de ontwikkelingen in de Oostelijke Mijnstreek. Zijn café werd goed bezocht. Niet alleen door mijnwerkers, boeren uit de buurt en werknemers van de nabij gelegen bruinkoolgroeve Carisborg, maar ook door handelslui die gebruik maakten van de verbindingsweg tussen Heerlen en Aken. Voor hen diende het café als rustpunt. Daarnaast waren winkeliers en particulieren in de omgeving goede afnemers van het bier. Bestellingen werden met paard en wagen thuis bezorgd.
In 1920 breidde Leo zijn bedrijfje uit en verhuisde met zijn gezin naar de boerderij die naast zijn eerste vestiging lag. Deze had een grotere bedrijfsruimte. Hier begon hij met de productie van een nieuw product: limonadegazeuse. De koolzuurhoudende limonade, ook wel priklimonade genoemd, verkocht hij in kogelflesjes. De eerste limonade smaakte niet al te best, maar Leo’s echtgenote, Tina Sijstermans, wist het recept zodanig aan te passen dat het een succes werd.
Destijds was het alleen mogelijk om een onderneming draaiende te houden als het hele gezin meehielp. Ook zoon Herman, die naderhand de zaak zou overnemen, hielp op vijfjarige leeftijd al mee in de productie. Hij mengde koolzuur en water in de juiste verhouding. Tien jaar later werkte hij fulltime in het bottelarijtje.
In 1928 verhuisde Leo naar een nieuw gebouwd bedrijfspand een stuk verderop aan de Heerenweg op nummer 57. Het bedrijf werd gemechaniseerd. Door de komst van een grote bierbottelmachine, een elektrische flessenspoeler en een roterende vulmachine voor de limonadeproductie kon de productie behoorlijk worden opgeschroefd.
Tijdens de crisistijd kreeg Leo Schiffers in het begin van de jaren dertig de hulp van zijn zonen Pierre en Herman en wist zo het hoofd boven water te houden.
Beide broers hadden beugelflessen met hun eigen naam erop. Links een flesje van Leo, duidelijk herkenbaar aan het anker. (Collectie OCGL Landgraaf)
Leo Schiffers
(Collectie OCGL Landgraaf)
Limburgs Dagblad, 18-11-1925.
Ook op de porseleinen dop van de beugelsluiting stond de naam van de bottelarij én het anker. (Collectie OCGL Landgraaf)
Heerenweg 57, Heerlerheide.
(Collectie OCGL Landgraaf)
Limburgs Dagblad, 28-4-1928.
’Holl. Bierbottelarij Leo Schiffers Tel. 618’ aan de Heerenweg 57 te Heerlerheide in 1934. (Collectie Rijckheyt)
In 1934 werd het familiebedrijf Schiffers gesplitst. Zoon Pierre (1912-1991) kocht de helft van de verkooproute en een van de twee bedrijfswagens. Hij begon zijn eigen bier- en limonadefabriek ‘De Bokkenrijder’ aan de Heulsstraat 6 in Heerlerheide.
Twee jaar later nam Herman (1915-1999) op 21-jarige leeftijd de rest van de ‘bier-, limonade- en spuitwaterbottelarij’ van zijn vader over, inclusief alles wat tot die zaak behoorde zoals machines en apparaten, werktuigen en gereedschappen, allerlei meubilair, flessen, kratten, een handkar en de bedrijfsauto. Ook de handel in de dranken hoorde bij deze overname, zoals het complete klantenbestand en de lopende zaken.
In de beginjaren greep Herman alles aan wat maar enigszins winstgevend was en bottelde niet alleen bier en limonade, maar ook enkele jaren zoete, Spaanse wijn en jenever. De drank werd aanvankelijk met een trekkarretje langs de deuren verkocht. Naderhand gebeurde dit met paard en wagen, en nog later met een militaire truck (Bedford) uit de oorlogsjaren.
Als Herman bij klanten kwam, merkte hij dat de concurrentie regelmatig zijn flessen meenam. Omdat hij daarom steeds weer nieuwe moest kopen, besloot hij in 1938 het statiegeld in te voeren. Daarmee was hij volgens eigen zeggen de eerste in Nederland.
De ’Limonadefabriek en groothandel in bier Herman Schiffers’ produceerde bier, citroenlimonade en andere gazeuses. De zaken liepen goed en de onderneming bleef maar groeien. Daarom huurde Herman vanaf 1938 een grotere bedrijfshal aan de kruising Heerenweg/Heideveldweg.
Met ups en downs overleefde het bedrijf van Herman de oorlogsjaren, mede dankzij het contract dat hij al voor de oorlog had afgesloten met de Staatsmijnen. Daarin was vastgelegd dat Herman Schiffers de vaste leverancier zou zijn van limonade en bier in de kantines van de mijnen, hetgeen voor hem een aanzienlijke bron van inkomsten was. Tussen 1940 en 1945 waren de zomers nogal warm en werd er soms wel drie keer per dag met een flinke voorraad drank naar de mijnen gereden. In zijn fabriekje werkten toen vijf mensen: Herman zelf, zijn vrouw en nog drie medewerkers. Het fabriekje was klein en had de grootte van zo’n drie woonkamers.
Limburgs Dagblad, 23-9-1936.
Limburgs Dagblad, 25-9-1944.
Herman Schiffers in zijn bedrijfsauto: een Willys Six uit begin jaren dertig. Rechts zijn vader Leo. (Collectie OCGL Landgraaf)
Herschi
in 1947 veranderde Herman de naam van de firma in ‘Herschi’ (HERman SCHIffers), een idee van zijn vrouw Maria Gibbels. In 1948 kwam ’Oranjola’ op de markt. Dit was een van de eerste sinas-limonades in Nederland. Oranjola werd een ongekend succes.
Toen omstreeks 1950 de bierbrouwerijen met houdbaar bier op de markt kwamen, nam Herman het bier uit de productie en ging hij zich helemaal toeleggen op de productie van frisdranken en de ontwikkeling van nieuwe limonades. In 1951 werd de Herschi-fabriek vergroot en werden er nieuwe machines aangeschaft, waardoor de productie kon worden verdubbeld. Het bedrijf had toen vijftien mensen in dienst.
Halverwege de jaren ’50 bleek dat de naam Oranjola voor Hollandse begrippen geen goede merknaam was. Een paar jaar later zou de naam worden omgedoopt tot ’Herschi Sinas’. Daarnaast werd er weer een nieuwe limonade ontwikkeld die in 1958 op de markt kwam onder de merknaam ’Pub’: een ’witte limonade’ zoals de Amerikaanse frisdrank ’Seven Up’. Overigens was ’Pub-Co’, een mix van Pub en Cola die in 1960 op de markt werd gelanceerd, een stuk minder succesvol.
Aan het einde van de vijftiger jaren barstte het bedrijf bijna uit zijn voegen. De fabriekshal was overvol en vanwege plaatsgebrek moest een gedeelte van de voorraad op het dak worden geplaatst. Eigenlijk was uitbreiding noodzakelijk, maar daarvoor ontbrak gewoonweg de ruimte. Bovendien wilde Herman weg uit de woonwijk omdat de dichte bebouwing het bedrijfsvervoer bemoeilijkte. Hij week uit naar Hoensbroek, waar hij in 1958 een stuk grond had gekocht op het huidige industrieterrein De Koumen aan de Wijngaardsweg, vlak langs de spoorlijn bij Ten Esschen. Daar werd een nieuwe bedrijf gebouwd. In december 1960 werd de fabriek officieel geopend: Herschi NV, later Herschi/Drinks. ‘De Herschi’ was overigens de allereerste fabriek op het terrein, de rest was nog aardappelveld. Het aantal werknemers was inmiddels gestegen tot zestig.
Herman Schiffers op 19-jarige leeftijd. (Collectie OCGL Landgraaf)
Leo Schiffers (Collectie OCGL Landgraaf)
Limburgs Dagblad, 21-4-1962.
De Herschi-fabriek in Hoensbroek aan de Wijngaardsweg.
Begin jaren '60: transportbedrijf Dabekausen uit Beek vervoert een Dubro-spoelmachine. In 1972 werd deze vervangen door een modernere versie met een grotere capaciteit. (Met dank aan Marcel Koenen)
Twee jaar later al, in 1962, werd er een nieuw bedrijfspand bijgebouwd waardoor er 1200 m2 meer ruimte ontstond. In 1968 kwam daar de eerste grote magazijnhal bij die 4000 m2 groot was. Per 1 juli 1968 maakte Herman zijn oudste zoon Herman Schiffers jr. mededirecteur.
Herman Schiffers sr. sloot een contract af met een Amerikaans concern voor de productie van ’Squirt’, een frisdrank die in ons land nog niet bekend was. Het nieuwe drankje werd in juli 1969 geïntroduceerd en viel goed in de smaak. Maar dit succes duurde niet lang. Herman kreeg namelijk van de Amerikanen geen licentie voor de verkoop van deze citrusdrank in heel Nederland, omdat een in Holland gevestigde concurrent al aan de rest van het land leverde. Toen stopte Herman onmiddellijk de productie van Squirt.
Eind 60-er jaren kwam de literfles op de markt. Niet lang daarna gingen de bierbrouwerijen ook frisdrank produceren en verplichtten horecabedrijven behalve het bier ook de frisdrank bij hen af te nemen. De kleine horecaflesjes leverden Herschi dan nog wel de grootste omzet, maar de verkoop van literflessen liep eveneens goed. En in dat laatste zag Herman een nieuwe overlevingstactiek voor zijn bedrijf.
In 1970 telde het bedrijf 160 medewerkers. De supermarkten waren sterk in opkomst en in dat jaar wist Herman Vivo Nederland als eerste grote landelijke klant binnen te halen. Later sloot hij nog een leveringscontract af met de Albrecht-keten, beter bekend als de Aldi, en andere supermarktketens zoals Schunck Supermarket. Uiteindelijk werd in 1972 ook bij Herschi de driekwartliterfles geheel uit de productie genomen.
Herschi startte met reclamecampagnes voor frisdranken. Er werd al langer geadverteerd in kranten en tijdschriften, maar nu waren er ook reclamespots te zien op tv. ’Geef mij maar Herschi’ was de slogan waarmee Herman op de beeldbuis debuteerde. Ook ging het bedrijf zich presenteren op beurzen.
In december 1980 ging Herman met pensioen en droeg hij het directeurschap over aan zijn oudste zoon Herman Schiffers jr.
Op 31 januari 1984 presenteerde consumentenman Frits Bom de Nationale Colatest, waarbij 145 middelbare scholieren tien verschillende soorten cola proefden en testten. Daarbij kwam Herschi Cola als beste uit de bus. Coca Cola daarentegen scoorde erg laag. De uitslag van deze test werd gepubliceerd in het weekblad Nieuwe Revue. Het gevolg was dat Coca Cola Nederland ontzettend boos was en een klacht indiende tegen de consumentenman.
De omzet van Herschi Cola steeg in februari enorm, van gemiddeld 25% naar ruim 40%, wat vergelijkbaar is met de omzet in een warme zomermaand! Van de totale productie bleef zo’n 85% in Nederland. De rest ging voornamelijk naar Duitsland, België en Frankrijk, maar ook naar Rusland en zelfs naar Tahiti. In november 1985 beleefde de productie van Herschi een hoogtepunt: in die maand werd de 100 miljoenste liter limonade verkocht.
Limburgs Dagblad, 8-5-1964.
Limburgs Dagblad, 10-7-1969.
Advertentie Schunck Supermarket. Limburgs Dagblad, 6-7-1972.
Advertentie uit 1974
Limburgs Dagblad, 4-2-1984.
Eind 1985 veranderde de naam van het bedrijf in ’Schiffers Food NV’. In december 1987, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari van dat jaar, werd Schiffers Food overgenomen door Hero Breda. Er vielen geen ontslagen bij Herschi, waar toen 160 mensen werken. Herschi en Hero bleven naast elkaar bestaan, duidelijk als twee aparte producten, net als bij het bedrijf De Betuwe in Tiel dat eerder al door Hero was ingelijfd. In 1999 kocht bierbrouwerij Bavaria uit Lieshout de fabriek over van Hero. Tien jaar later werd de sap- en limonadegigant Refresco de nieuwe eigenaar.
Voor de dranken van Herschi werd leidingwater gebruikt. Toen bleek dat er relatief veel nitraat in zat, schakelde Schiffers in de jaren negentig over op bronwater. Onder een afgesloten luik lag een buis waaruit het bronwater van 120 meter diepte omhoog werd gepompt.
Hoensbroek heeft verschillende waterbronnen. Op het terrein van de Herschi liggen er zes, waarvan er twee worden erkend door de Europese Commissie (Sifrès en Idel: natuurlijk mineraalwater dat bij de bron moet worden gebotteld) en twee door de Nederlandse overheid (Hébron en Cornelia: bronwater dat ook vervoerd en elders mag worden gebotteld).
Tegenwoordig zijn nog steeds flessen water te koop die Hoensbroeks bron- en mineraalwater bevatten, onder andere:
AH huismerk – natuurlijk mineraalwater uit de Sifrèsbron
Jumbo, Plus, Spar huismerk – natuurlijk mineraalwater uit de Idèlbron
Hébron - bronwater uit de Hébronbron
Quellbrunn - bronwater uit de Corneliabron
Limburgs Dagblad, 11-9-1985.
Wat de flessen betreft: kogelflesjes werden tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog gebruikt. In de loop der tijd vervingen glazen flessen met kroonkurk of schroefdop steeds vaker de ouderwetse beugelfles.
Medio jaren ’70 stapte Herschi over naar de standaard groene fles voor alle producten en in 1983 begon Herman Schiffers jr., sinds december 1980 directeur van de limonadefabriek, met de productie van de kunststof PET-flessen (polyethyleentereftalaat).
Flessen met beugelsluiting en modern vormgegeven spuitflessen bestaan nog steeds, maar kogelflesjes of rijkelijk gedecoreerde spuitflessen zijn alleen nog te vinden in brocantewinkeltjes of op de vlooienmarkt.
Advertentie uit 1976
Flessenetiketten uit het begin van de jaren ’80. (Particuliere verzameling)
Deel dit artikel
David Syrett, ‘Glass. History of Glass making’, in: Carbonated Soft Drinks: Formulation and Manufacture, 182 e.v. (2006).
Els van der Vaart, Van Oranjola tot Herschi-cola. 75 jaar Schiffers Food (Heerlen 1986).
Sef Derkx, Bier in Limburg. De bruisende geschiedenis van brouwers en drinkers (Weert 1990).
Lieke Boumans-Willems, Maak je dorst maar nat met …, deel 2 van de uitgave Hoensbroekse Historie (mei 2013).
Limburgs Dagblad, diverse jaargangen.
Limburger Koerier, diverse jaargangen.
Rooms Katholieke Doop-, Trouw- en Overlijdensregisters van verschillende parochies.
Burgerlijke Stand van verschillende gemeenten.
Rijckheyt Heerlen (RhH), 016-Hinderwetvergunningen, inv.nrs. 2819, 2821, 2822, 3045.
RhH, 016-NT3 Bouwdossiers gemeente Heerlen, inv.nrs. 1931277, 1943002A, 1951014A, 1953076A, 1954010, 1955180.
The story of Schweppes, part 1,2,3: http://mikesheridan.tripod.com/schweppes1.htm. Geraadpleegd september-oktober 2019.
https://spiritschweppes.com/tag/torpedo-bottle/. Geraadpleegd september-oktober 2019.
https://www.fws.nl/mineraalwater/productieproces. Geraadpleegd september-oktober 2019.
https://sha.org/bottle/pdffiles/quillfeldtpatent1875.pdf. Geraadpleegd september-oktober 2019.
https://designklassieker.com. Geraadpleegd september-oktober 2019.