Egidius Slanghen (1820-1882) – deel 7
Beurzenstichting Egidius Slanghen -2-
Perikelen rondom de toekenning van de eerste studiebeurs
Op 24 en 31 oktober 1896 wordt in de Limburger Koerier een oproep geplaatst waarin wordt medegedeeld dat er een beurs vacant is van de Beurzenstichting Egidius Slanghen. Belangstellenden kunnen zich melden. Maar, alsof er nog niet genoeg tegenwerking is geweest wat betreft de realisatie van beurzenstichting, ook de uitschrijving van deze eerste studiebeurs zorgt voor complicaties. Er blijken namelijk twee aanvragers te zijn: Frans Kerckhoffs uit Hoensbroek voor zijn zoon Pierre en landbouwer Jan Widdershoven uit Heerlen voor zijn zoon Louis.
Jan Widdershoven schrijft eind januari 1897 een boze brief naar Gedeputeerde Staten waarin hij bezwaar maakt tegen de gang van zaken. In zijn schrijven beweert Widdershoven dat Pierre Kerckhoffs pas tien jaar oud is. De jongen zou op 30 november 1896 van school zijn gehaald en diezelfde dag nog ‘in het missiehuis der Fransche patersmissionarissen te Schimmert’ geplaatst zijn om zodoende de schijn te wekken dat hij daar de oude talen ging leren, ‘voor welke studie hij echter in de verste verte niet in staat was.’ Vijf dagen later zouden de burgemeester en de pastoor de studiebeurs aan hem hebben toegewezen.
Burgemeester Boshouwers zou, als volle neef van Pierre’s vader, samen met de pastoor ‘dat kind uit zijn gemeente’ hebben voorgetrokken. Daar voegt Widdershoven nog aan toe dat de stichter van de studiebeurs, Slanghen dus, over jongelingen sprak en niet over kinderen van tien jaar. Verderop schrijft Widdershoven: ‘Zoude nu de meening der begevers van Hoensbroek geeerbiedigd worden, dan zullen de in den stichtingsbrief bedoelde jongelingen nimmer tot hun recht kunnen komen, en zal alzoo de bedoeling des stichters verkracht worden.’
Tot slot verzoekt hij ’de onregelmatigheden te doen herstellen, zoodat enkel jongelieden die geregeld en zooals hier gebruikelijk is, de klassen voor gemelde studiebeurs in aanmerking mogen komen.’
In een brief van 19 februari 1897 schrijft burgemeester Boshouwers: ‘[..] Pierre Kerckhoffs weder op den voorgrond stond, wijl hij de zoon is van een broeders kind van den stichter, terwijl de grootvader van het kind van reclamant slechts een neef was van voorgenoemde stichter. [...]’
Bloedverwantschap van Louis Widdershoven en Pierre Kerckhoffs met Egidius Slanghen.
Het schema laat zien dat zowel Louis als Pierre dezelfde betovergrootouders hebben, namelijk de grootouders van Egidius: Slangen-Limpens. Het verschil maakt echter dat Pierre al een generatie eerder dezelfde voorouders heeft als Egidius: Slangen-Cremers, de ouders van Egidius en de overgrootouders van Pierre. Hierdoor is Pierre nauwer verwant aan Egidius dan Louis.
In de maanden daarna volgt een uitgebreide briefwisseling tussen de bestuurders, Gedeputeerde Staten en de provisoren (toezichthouders) om te bepalen wie uiteindelijk die begeerde studiebeurs zal krijgen. De bestuurders dragen argumenten en bewijzen aan om te onderstrepen waarom hun keuze gevallen is op Pierre Kerkhoffs. Pierre Kerckhoffs is een kleinzoon van Egidius’ broer Karel Slangen. Hij is in februari elf jaar geworden en inderdaad nog erg jong om oude talen te leren. Daar staat tegenover dat hij nauwer verwant is aan Egidius Slanghen dan Widdershovens zoon, die twee jaar ouder is. Bovendien staat nergens in het testament een leeftijdsindicatie. Overigens heeft de directeur van de school in Schimmert een bewijsbrief gestuurd, waarin hij bevestigt dat Pierre daadwerkelijk de lessen Latijn volgt.
Halverwege mei 1897 ontvangt burgemeester Boshouwers een brief van Gedeputeerde Staten te Maastricht met de goedkeuring voor de toekenning van de studiebeurs aan Pierre Kerckhoffs omdat hij volledig aan de door de stichter gestelde voorwaarden voldoet. Nu kan de eerste studiebeurs worden uitbetaald, waarmee eindelijk de wens van Egidius Slanghen wordt gerealiseerd.
Pierre en Louis
Pierre Kerckhoffs gaat studeren te Schimmert aan de Apostolische School Ste Marie. Na drie jaar gaat hij nog twee jaar naar de Apostolische School van het H. Hart te Leijenbroek-Sittard en beëindigt zijn studie in 1901.
Op 9, 16 en 23 november van dat jaar verschijnt dan opnieuw een advertentie in de krant, waarin wordt gemeld dat er een studiebeurs is vrijgekomen waarop men kan inschrijven onder de bekende voorwaarden.
Pierre Kerckhoffs is uiteindelijk geen priester geworden, maar getrouwd met Anna Terna uit Duitsland. Zij zijn naar Amerika geëmigreerd waar ze een koffieplantage zijn begonnen. Later hadden ze een schapenboerderij. Het huwelijk is kinderloos gebleven. Zij zijn overleden in Mexico.
Louis Widdershoven heeft wel zijn opleiding afgemaakt, is op 12 maart 1910 tot priester gewijd te Roermond en achtereenvolgens leraar aan het progymnasium (vooropleiding van het gymnasium) te Venlo, kapelaan te Maastricht en pastoor te Ubachsberg geweest.
Wordt vervolgd.
Louis Widdershoven (1883-1942)
(Bidprentje Rijckheyt)
Deel dit artikel
Registers van de Burgerlijke Stand met huwelijksbijlagen van verschillende gemeenten.
RhH, 061 Gemeente Hoensbroek 1848-1981, inv.nr. 4450-4459.
Rijckheyt Heerlen (RhH), nog niet geïnventariseerde stukken betreffende R.K. parochie H. Johannes Evangelist Hoensbroek.
RhH, nog niet geïnventariseerde stukken betreffende Beurzenstichting Egidius Slanghen.
P.A.H.M. Peeters, Hoensbroek. Bijdrage tot heemkennis (1959).
M. van de Venne, J.Th.H. de Win, P.A.H.M. Peeters, Geschiedenis van Hoensbroek (Hoensbroek 1967).
Limburgs Dagblad, verschillende jaargangen.
Limburger Koerier, verschillende jaargangen.