Egidius Slanghen (1820-1882) – deel 6
Beurzenstichting Egidius Slanghen -1-
In zijn uiterste wilsbeschikking heeft burgemeester Slanghen een studiebeurs gesticht van 6000 gulden: Beurzenstichting Egidius Slanghen. Deze studiebeurs is bedoeld voor jonge mensen om klassieke talen te kunnen studeren op een binnen- of buitenlands college, gymnasium, seminarie (priesteropleiding) of hogeschool, met als doel het uitoefenen van een kerkelijk dan wel een niet-kerkelijk beroep. Voorwaarde voor het verkrijgen van zo’n beurs is wel dat de student moet kunnen aantonen dat hij familie (bloedverwant) is van de stichter van deze studiebeurs, wat inhoudt dat de student en Egidius Slanghen gemeenschappelijke voorouders moeten hebben.
Het kapitaal moet worden belegd, zodat met de opbrengst ook in de toekomst beurzen kunnen worden gefinancierd. Het bedrag dat de student krijgt is namelijk niet gering: 200 gulden per jaar en dat dan maximaal vijf opeenvolgende jaren.
Tot beheerders van de studiebeurs – ‘bestuurders en begevers’ – benoemt Egidius de tijdelijke burgemeester en pastoor van Hoensbroek, evenals een naast familielid.
De eerste bestuurders zijn burgemeester Willem Dominicus Horstmans en pastoor Johannes Antonius Thomassen. De enige nog in leven zijnde broer van Egidius, Karel Slangen, verklaart dat hij niet in aanmerking wenst te komen als de derde persoon in het bestuur van de beurzenstichting. Het naast familielid wordt daarom notaris Balthasar Joseph Borghans uit Noorbeek. Hij is een neefje van Slanghen (een zoon van zijn zus Sophia Barbara Slangen) en dus een bloedverwant.
Hun functies worden t steeds overgenomen door hun opvolgers. Burgemeester Horstmans wordt met ingang van 1 januari 1889 opgevolgd door Nicolaas Joseph Boshouwers, die op zijn beurt in 1919 wordt opgevolgd door Dominicus Johannes Augustinus van der Kroon. De opvolgers van pastoor Thomassen: 1891 Theodorus Augustinus Pennings, 1902 Godefridus Hubertus Coolen, 1911 pastoor Röselaers.
De functie van notaris Borghans wordt in 1914 overgenomen door het naaste familielid Bernard à Campo, getrouwd met een dochter van Egidius’ broer Christiaan Hubert Slangen.
Fragment uit het testament van Egidius Slanghen: een afschrift van 13 september 1886. (Rijckheyt)
Waarom deze beurzenstichting?
De reden van deze stichting is niet bekend, maar een overweging hiervoor zou kunnen zijn dat mensen met kennis van de oude talen een betere positie op de arbeidsmarkt zouden kunnen krijgen, zoals Egidius dat zelf ook heeft mogen ervaren.
Het zou ook kunnen dat Slanghen hiermee het volgen van priesterstudies wilde stimuleren, maar gezien zijn persoonlijkheid is het waarschijnlijker dat zijn besluit tot deze stichting is voortgekomen uit idealistische motieven. Het bewijs van bloedverwantschap kan namelijk enkel worden aangetoond door het nalopen van de voorouders van beide ouders. Aangezien Slanghen zelf geen kinderen had, zou op die manier de naam Slang(h)en nooit helemaal verloren gaan.
Perikelen rondom de stichting van de studiebeurs
Na het overlijden van Egidius aanvaardt zijn weduwe de erfenis met de lusten en de lasten. Zij zou als enige erfgename de studiebeurs in het leven hebben moeten roepen, dat was haar plicht, maar zij heeft dit nagelaten.
Vier jaar na het overlijden van Slanghen stichten de beheerders Horstmans, Thomassen en Borghans – zij waren hiertoe bevoegd volgens Egidius’ uiterste wilsbeschikking – op 13 september 1886 zelf de studiebeurs: Beurzenstichting Egidius Slanghen.
Op 26 september 1887 worden de drie heren bij Koninklijk Besluit gemachtigd tot aanvaarding van het door Slanghen gemaakte legaat van 6000 gulden en de minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit. Maar als de beheerders van de beurzenstichting aan de weduwe Slanghen gaan vragen of zij dit bedrag ter beschikking wil stellen, weigert zij dit te doen. Daarop besluiten de drie heren naar de rechtbank in Roermond te stappen. Deze verwikkelingen voeren te ver voor dit verhaal, maar het wordt nog een heel gedoe. Het proces duurt zeven maanden. In juli 1888 eist de officier van justitie uiteindelijk de onmiddellijke uitbetaling van het betreffende bedrag door de weduwe aan de heren.
Omdat de weduwe Slanghen levenslang het vruchtgebuik geniet van de nalatenschap wordt het bedrag pas vier maanden na haar overlijden, in oktober 1894, daadwerkelijk uitbetaald aan de beheerders van de beurzenstichting. En dan hebben we het ook nog niet gehad over het geschil met kapelaan Joseph Franck, broer en executeur-testamentair (degene die het testament van een erflater ten uitvoer brengt) van de weduwe Slanghen, aangaande de betaling van de successierechten en dergelijke. Dit conflict heeft nog geduurd tot oktober 1896.
Koninklijk Besluit van 26 september 1887. (Rijckheyt)
In oktober 1896 wordt de eerste advertentie voor de studiebeurs van Slanghen opgegeven bij drukkerij/uitgeverij Weijerhorst in Heerlen. (Rijckheyt)
Deel dit artikel
Registers van de Burgerlijke Stand met huwelijksbijlagen van verschillende gemeenten.
RhH, 061 Gemeente Hoensbroek 1848-1981, inv.nr. 4450-4459.
Rijckheyt Heerlen (RhH), nog niet geïnventariseerde stukken betreffende R.K. parochie H. Johannes Evangelist Hoensbroek.
RhH, nog niet geïnventariseerde stukken betreffende Beurzenstichting Egidius Slanghen.
P.A.H.M. Peeters, Hoensbroek. Bijdrage tot heemkennis (1959).
M. van de Venne, J.Th.H. de Win, P.A.H.M. Peeters, Geschiedenis van Hoensbroek (Hoensbroek 1967).
Limburgs Dagblad, verschillende jaargangen.
Limburger Koerier, verschillende jaargangen.