Egidius Slanghen (1820-1882) – deel 4
Historische bronnen
Voor zijn historische onderzoeken heeft Egidius Slanghen veel informatie verzameld. Hiervoor mocht hij de familiearchieven van Kasteel Aldenghoor raadplegen Hij heeft ook inzage gehad in het slotarchief van Kasteel Neuburg te Gulpen en hij kreeg toestemming om het archief van de familie Von und Zu Hoensbroech, dat zich in Kasteel Haag bevond, te gebruiken voor zijn onderzoek. Egidius leende ook wel eens stukken uit de familiearchieven die zodoende in zijn eigen collectie zijn achtergebleven.
Een stamboom uit een aantekenboek van Egidius Slanghen met door hemzelf geschilderde familiewapens.
Een aantal voorbeelden van oude 'Post-it'-briefjes:
'1421. Johan van Eynatten, Heer van Neubourg verhuurt een huis te Gulpen met last om er wijn in te tappen.'
'1578. Werner Huyn van Amstenrade, Stadhouder van Valkenburg roept Ren. Becx en Joh. Berloe op om te paard en in het harnas te verschijnen te Bergh bij Valkenburg.'
'1595. Sibilla Hertogin van Gulik. Zij was Zuster van den krankzinnigen Hertog Johan en greep de regeering in handen na het overlijden der vrouwe Hertogin haar Schoonzuster.'
Werkmateriaal van Egidius Slanghen weer boven water gekomen
Omstreeks 1994 worden vanuit het Regionaal Historisch Centrum Limburg te Maastricht drie dozen met oude papieren gebracht naar Rijckheyt, het centrum voor regionale geschiedenis in Heerlen. Uit 30 meter archief zijn stukken van vóór 1796 gevonden die mogelijk in het Archief Landen van Overmaas moeten worden bijgevoegd. Het gaat hierbij om documenten die te maken hebben met Heerlen en Hoensbroek zoals akten van de Schepenbank, maar ook om losse stukken die afkomstig zijn van particulieren middels schenking of verkoop, van gemeenten en archiefinstellingen, maar ook van Egidius Slanghen zoals later blijkt.
Men is ooit begonnen met het verwerken en beschrijven van deze archiefstukken, maar om een of andere reden stagneerde dit werk na enige tijd. Zo'n twintig jaar later, in 2015, wordt in Heerlen de draad weer opgepakt. Er blijkt nog een viertal dozen te staan waarvan de precieze inhoud niet helemaal duidelijk is. Tijdens het digitaliseren van deze oude archiefstukken treft men in de dozen onder andere originele akten aan van de Schepenbank van Hoensbroek, persoonlijke correspondentie van de Hoensbroekse adel en een gedeelte van het familiearchief van Kasteel Haag dat tot op heden nog helemaal niet is geïnventariseerd.
Maar dat is nog niet alles, want tussen deze geschriften uit de 15de tot 19de eeuw komen ook originele aantekeningen van Egidius tevoorschijn en brieven uit de 17de en 18de eeuw die te maken hebben met de familie Slang(h)en.
Er kan gerust worden aangenomen dat het hierbij gaat om de geleende stukken. Op verschillende oude documenten zijn namelijk paarskleurige papiertjes geplakt waarop korte beschrijvingen van de inhoud staan geschreven. Wanneer we het schrift vergelijken met de notities in Slanghen's aantekenboek van 1850-1870, dan is zijn handschrift duidelijk te herkennen. De papiertjes heeft hij met stijfsel geplakt, want de bekende gele Post-it memobriefjes bestonden toen nog niet.
Het document uit 1421 heeft Slanghen overigens verwerkt in een voetnoot in zijn boek Bijdragen etc. deel 2 uit 1878 (p. 382) en Publications 1879 (p. 180).
Cursus paleografie
Kladblaadje van Egidius Slanghen van vóór 1878.
In deze papierwinkel duikt ook een cursus paleografie op. Paleografie (afkomstig uit het Grieks: palaios = oud, graphein = schrijven) is een hulpwetenschap van de geschiedschrijving die zich bezighoudt met het bestuderen en ontcijferen van oude handschriften en archiefstukken. Op de verschillende blaadjes, die Egidius gebruikt zal hebben om de oude teksten te ontcijferen, staan voorbeeldteksten in handschriften uit verschillende perioden.
Tussen al die papieren in de dozen is een kladblaadje van Egidius Slanghen van vóór 1878 gevonden. We zien dat hij de teksten steeds opnieuw schrijft, met aanpassingen en doorhalingen. In de eerste tekst beschrijft hij zijn denkbeeld ten aanzien van de doodstraf en met name "de straf des vuurs", de brandstapel dus. Egidius vindt dat zo'n vonnis op een droombeeld berust en dat hij blij is dat die straf is afgeschaft (in 1860 vond te Maastricht de allerlaatste terechtstelling plaats door ophanging). Eenzame opsluiting schijnt voldoende te zijn voor misdadigers. Bovendien verdwijnt langzaam maar zeker het geloof in heksen en tovenarij, maar daar komt ongeloof voor in de plaats. Hij vindt dat daarmee het ene kwaad wordt vervangen door het andere, dat men twee eeuwen geleden namelijk te veel geloofde en nu te weinig. Deze tekst vinden we terug, wederom aangepast en niet zo uitgesproken als hier beschreven, in zijn stuk over de rechtspraak in het hoofdstuk 'Aldenghoor' (Bijdragen etc. 1878 en Publications 1879).
De tweede tekst beschrijft een stukje geschiedenis van de plaats Gulpen. Er staan ook schouten bij genoteerd. Dit is de aanzet voor zijn uiteindelijke publicatie 'De Heerlijkheid Gulpen' in Bijdragen etc. 1878 en Publications 1879. Dwars over de kladtekst heen schrijft Slanghen:
Gulpen
1501 Herman van IJseren Scholten
Jan van IJseren id
Peter van der Houfve
1640 Crisant Roevenich
1614 Willem van den Hove
1654 Johan Crup
Boekillustraties
De illustraties in zijn gepubliceerde boeken heeft Slanghen zelf gemaakt. Hiervoor heeft hij onder andere de zegels, afdrukken van een figuur in was of lak die de echtheid van een document bevestigen, zo nauwkeurig mogelijk en waarheidsgetrouw nagetekend om er vervolgens een houtsnede van te maken. Af en toe zet hij zijn initialen erbij: es, E. SL. of E. Slanghen.
Handtekeningen op oude stukken maakt hij ook na. Dit was in zijn tijd de enige manier om iets te reproduceren, want kopieerapparaten of scanners bestonden toen nog niet.
Wordt vervolgd.
Oude handtekeningen, nagemaakt door Slanghen en gedrukt in een boek.
Egidius signeert zijn werken vaker met 'es', 'E.SL' of 'E. Slanghen'.
Deel dit artikel
Rijckheyt Heerlen (RhH), nog niet geïnventariseerde stukken.
RhH, Egidius Slanghen, Aanteekeningen-oudheidkunde: Généalogie de la famille De Lynden issue de celle D'Aspremo(nt) (ca. 1850-1870). Manuscript in bibliotheek 30 A 9.
RhH, Aantekeningen uit diverse bronnen uit de 16de en 17de eeuw, gemaakt door Egidius Slanghen (nog niet geïnventariseerd).
Jos. Habets, ‘Levensschets van Egidius Slanghen’, in: Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden over het jaar 1882-1883.
P.A.H.M. Peeters, Hoensbroek. Bijdrage tot heemkennis (1959).
Egidius Slanghen, De Fransche maire in Nederlandsch kleed gestoken (1867).
Egidius Slanghen, Bijdragen tot de geschiedenis van het tegenwoordige hertogdom Limburg, deel 2 (Roermond 1878), 376 e.v.
M. van de Venne, J.Th.H. de Win, P.A.H.M. Peeters, Geschiedenis van Hoensbroek (Hoensbroek 1967).
Publications de la Société d’Histoire et d’Archéologie dans le Duché de Limbourg (1879), 174 e.v.